100 dagen Rutte III: Trouw tasten en talmen
Honderd dagen kabinet-Rutte III. Tijd voor een eerste tussenbalans. PvdA-voorman Asscher wil de premier volgende week ter verantwoording roepen, omdat laatstgenoemde zijn belofte niet waarmaakte om voor de gewone man op te komen. Dat zal wel een verkiezingsstuntje zijn. Maar hoe zit het echt?
Talmend
Het nieuwe kabinet talmt. Eigenlijk zijn er in de eerste 100 dagen nog maar twee wetten van enig belang door het parlement geloodst: de afschaffing van het raadgevend referendum en de introductie van de aflosboete voor mensen die hun hypotheek hebben afbetaald.
Een zekere traagheid is logisch. Het kabinet heeft tijd nodig om het beleid dat in het regeerakkoord is overeengekomen, vast te leggen in nota’s en wetsvoorstellen. Dit kabinet van VVD, CDA, D66 en ChristenUnie heeft onder meer flinke ambities op het terrein van de pensioenen, de belastingen en de energietransitie.
Maar het is niet waarschijnlijk dat de regering voor de gemeenteraadsverkiezingen van 21 maart met allerlei gevoelige en controversiële plannen naar buiten komt. Dat zou de uitslag negatief kunnen beïnvloeden.
Maar daarna moeten de wetsvoorstellen ook wel loskomen. Volgend jaar juni treedt er een nieuwe Eerste Kamer aan en dan zou het zomaar kunnen dat de coalitie de meerderheid van één stem in de Senaat verliest. Enige haast is dus geboden.
Tastend
Het nieuwe kabinet gaat tastend en zoekend te werk. Op zich niet vreemd, want het kabinet heeft zich als doel gesteld om mét de burgers en belangenorganisaties samen te werken. Daarvoor is tijd nodig. En veel overleg achter de schermen.
Maar de belangen in de samenleving lopen soms ver uit elkaar. Daarom is het lastig om met iedereen op één lijn te komen. Minister Slob van Onderwijs heeft dat al ervaren in het overleg met de onderwijsorganisaties over de salarissen. Naar verluidt verloopt het overleg over de toekomst van het pensioenstelsel ook niet al te gladjes.
Premier Rutte zei tijdens het debat over de regeringsverklaring dat het kabinet de hand uitsteekt naar de oppositie. Dat moet ook wel, want zowel in de Tweede als in de Eerste Kamer heeft Rutte III de kleinst mogelijke meerderheid. Maar in de praktijk is het nog niet vaak voorgekomen dat het kabinet echt toeschietelijk is richting de oppositiepartijen.
Een voorbeeld is het wetsvoorstel voor afschaffing van de dividendbelasting. Tegen deze maatregel, die 1,4 miljard euro kost, bestaat veel weerstand. Maar tot nu toe geeft het kabinet geen krimp.
Trouw
De onderlinge verstandhouding in het kabinet is uitstekend. De coalitiepartners hebben door hun handtekening onder het regeerakkoord trouw beloofd aan elkaar. Premier Rutte is iemand die mensen aan zich kan binden en kan zorgen voor een goede onderlinge sfeer. Elke vrijdag na het kabinetsberaad eten de bewindslieden met elkaar.
Het lijkt erop dat het kabinet een goede modus gevonden heeft om met de onderlinge verschillen om te gaan. Zo kan D66-Kamerlid Dijkstra zomaar ineens roepen dat het kabinet haast moet maken met de kwestie van het voltooid leven. Maar heeft ChristenUnievoorman Segers ook de ruimte om tijdens de Mars voor het Leven een pleidooi te houden voor de bescherming van het leven.
Maar terwille van de eenheid in de coalitie moeten ook CDA en ChristenUnie weleens met meel in de mond praten. En dat geldt niet alleen voor gevoelige en principiële onderwerpen. CU-Kamerlid Bruins zei onlangs dat de besluitvorming over luchthaven Lelystad mogelijk uitgesteld moet worden. Dat leidde tot commotie in de coalitie. Bruins zal dat nu niet meer zó doen. De partijen houden rekening met elkaar.