Nigeriaanse geloofscampagne tegen aids
Onthouding is het veiligste middel tegen aids. Zowel christenen als moslims zijn het daarover eens, zegt dr. Danny McCain, verantwoordelijk voor een grootscheeps aids-project in Nigeria. „Het project is gebaseerd op het geloof. De Bijbel en de koran en zelfs de sharia stemmen op dit punt overeen. Er bestaat geen veilige vrije seks. Alleen Gods eigen normen kunnen het drama rond aids stoppen.”
Dr. McCain is directeur van International Institute for Christian Studies (IICS). Hij was een dag in Nederland om sponsors voor zijn aids-project in Nigeria te zoeken. McCain doceert godsdienst en Nieuwe Testament aan de universiteit van Jos in Nigeria en is betrokken bij tal van projecten van (hoger) christelijk onderwijs. Sinds 1986 woont hij in Jos, maar daarnaast reist hij veel binnen Nigeria (dat 32 deelstaten heeft).
De stad waar McCain woont, was enkele jaren geleden het toneel van bloedige rellen tussen christenen en moslims. Enkele dagen voor de val van de Twin Towers in New York, september 2001, zag hij vanuit zijn woning in Jos de naburige moskee in brand staan. Een grote groep vluchtelingen had hij in zijn huis opgenomen. McCain ziet het als zijn roeping om trouw te blijven aan Nigeria. Zijn kinderen wonen inmiddels weer in de Verenigde Staten, waar het IICS zijn thuisbasis heeft. In dat land heeft McCain ook zijn rechten als voorganger van een onafhankelijke gemeente.
Nigeria is een door en door religieus land, stelt McCain vast. „Godsdienstonderwijs wordt op alle openbare scholen gegeven. Voor moslims betekent dat islamitisch onderwijs en voor christenen christelijk onderwijs. Het godsdienstonderwijs is niet confessioneel gebonden. Er is geen staatsreligie.”
Het IICS traint docenten op kosten van de staat. „Er is een handboek voor leraren voor het middelbaar onderwijs opgesteld, dat al in zo’n vijftien staten is ingevoerd. Verder organiseert IICS workshops aan universiteiten.”
Het aids-project waarmee dr. McCain zich bezighoudt, is nieuw én uniek. Het is een project dat voor een deel door de overheid gesteund wordt, maar er zijn ook bijdragen van anderen nodig om meer aan de weg kunnen timmeren. „Aids is een probleem dat zowel christenen als moslims aangaat. We hebben daarom lesmateriaal ontwikkeld voor beide godsdiensten. De tekeningen en de namen voor de folders zijn aangepast. In de brochures voor de moslims bijvoorbeeld spreken we van Allah en wordt een imam afgebeeld. De filosofie van het programma is: Tref aids in het hart en geef Gods richtlijnen aan voor seksualiteit. Ons lesprogramma is gebaseerd op het geloof, niet op een seculiere benadering.”
Is hij optimistisch over de kans van slagen? McCain: „Ik ben van nature een optimistisch mens. Ik zie dat de kerk langzaam het probleem begint te onderkennen. We blijven voortgaan om de mensen te informeren. De kerk mobiliseren is moeilijk, maar het gebeurt! En we gaan langzaam in de goede richting, al gaat het langzamer dan ik wil. De kerkleiding wordt echter wakker. De meeste kerken voelen dat er wat gedaan moet worden. Nigerianen zijn goed om projecten op te starten en te ontwikkelen. Terwijl wij in Amerika erg onafhankelijk zijn, willen zij wel van anderen leren. Dat is een voordeel in de strijd. Zij willen nieuwe dingen onderzoeken en hebben daarom geen vrees om deze op te pakken.”
Het officiële aantal aids-gevallen bedraagt ongeveer 5 procent van de bevolking van Nigeria. „Velen zijn er inmiddels gestorven. Bijna elke week zijn er begrafenissen, maar niemand zegt dat deze mensen overleden zijn aan aids. Dat is nog steeds een stigma. Mensen sterven aan malaria of aan andere ziekten, zo heet het dan. Velen zijn momenteel stervende.”
Iedere moslim en christen beseft dat immoraliteit verkeerd is, zo is de overtuiging van McCain. „Tucht komt veel voor in kerken en de belangrijkste reden is immoraliteit. Christenen worden onder de tucht gesteld en moeten bijvoorbeeld op de achterste bank in de kerk zitten. Het probleem is niet de kennis bij de mensen, maar de wil. We moeten ons daarom vooral bezighouden met het ontwikkelen van karakter en het overwinnen van verleidingen. Vijftig procent van de middelbare scholieren is seksueel actief; dan praat je over jongeren van vijftien en zestien jaar. Op latere leeftijd neemt het percentage aanzienlijk toe. Negentig procent van het HIV-virus ontstaat door vrije seksuele omgang. Als we nu simpel praktiseren wat de Bijbel en de koran over seksualiteit zeggen, dan zijn we het dichtst bij de oplossing. We moeten reëel zijn: als er een vaccin zou zijn, dan zou tachtig procent van de gevallen teruggedrongen kunnen worden. Maar er is geen vaccin.”
Is de geloofsstrijd tegen aids wel realistisch? Ja, antwoordt McCain resoluut. „Kijk naar de geschiedenis. Daar waar vrije seksualiteit gepraktiseerd wordt, zoals in de Verenigde Staten, bleven de verwoestende gevolgen niet uit. Vroeger was het ondenkbaar dat er seksuele omgang was voor het huwelijk. Daarom moeten we weer leren wat God in Zijn Woord van ons vraagt. Het is voor Afrikanen moeilijk geworden om eerlijk te zijn. Vroeger kon je je eigen boerderij achterlaten en alles zo laten liggen. Nu bouwen mensen omheiningen om hun huis, om alles te beschermen. Het beste middel is Afrikanen weer te leren dat ze eerlijk moeten zijn en dat niets anders helpt in de strijd tegen aids dan volledige onthouding.”
Het is een minderheid die volgens deze principes leeft, erkent dr. McCain. „Ongeveer 15 procent van de jonge mensen is seksueel niet actief. Als we dat tot 45 procent zouden kunnen brengen, zou dat al duizenden slachtoffers minder kosten. We hebben een belangrijke ingang, in die zin dat godsdienst een belangrijke motivatie is bij Nigerianen. Daar komt bij dat de meeste traditionele Afrikaanse religies van huis uit seksuele zuiverheid hebben aangeleerd. Christenen en moslims hebben best besef van morele verantwoordelijkheid.”
Volgens McCain bevindt Afrika zich in een morele overgangssituatie, namelijk de overgang van een traditionalistische wereldbeschouwing naar een seculiere, waarin mensen steeds meer ontworteld raken. „In de steden zijn overal satelliettelevisies beschikbaar, die mensen in aanraking brengen met de verderfelijke invloed vanuit het Westen. Afrikanen zijn in deze periode erg kwetsbaar. Is Nigeria immoreler dan Nederland, dan Amerika? Absoluut niet.”
Het christelijk onderwijs is van groot belang om morele kwesties aan de orde te stellen. „De regering ziet ook in dat kerken en moskeeën hierin een bijdrage kunnen leveren, in het besef dat morele problemen niet zonder religie zijn op te lossen. In de Engelstalige landen in Afrika is, anders dan in de Franstalige, godsdienstonderwijs verplicht. Steeds meer zien mensen dat de seculiere weg van condooms eenvoudig niet helpt. De nadruk op de religieuze invalshoek verenigt alle mensen. De sharia, die nu in de noordelijke staten in Nigeria is ingevoerd, geeft grote problemen wat het straffen van misdaden betreft. Maar ze is geheel in overeenstemming met wat wij leren over aids en seksualiteit.”