Particulier speelt belangrijke rol bij computerveiligheid
De DDoS-aanvallen waardoor de achterliggende dagen verschillende banken en de Belastingdienst werden getroffen, tonen aan dat de samenleving door de digitale ontwikkeling erg kwetsbaar is geworden. Door instellingen in korte tijd met zeer grote hoeveelheden informatiepakketjes te bombarderen, kunnen kwaadwillenden vitale instellingen platleggen. Bedrijven en consumenten ondervinden hinder.
Wanneer, zoals de afgelopen dagen, deze DDos-aanvallen kort op elkaar volgen, rijst onmiddellijk de vraag wie hier achter zit. Al snel wordt dan gesuggereerd dat dit weleens het werk van de Russen zou kunnen zijn. Het is ook waar dat die zich op het gebied van cyberaanvallen een naam hebben gevestigd. Ook gisteren waren er berichten dat er lijntjes naar computers in Rusland lopen.
Toch staat daarmee nog niet vast dat Moskou hier werkelijk achter zit. Ook ‘gewone’ hackers kunnen met betrekkelijk eenvoudige middelen zich te buiten gaan aan digitaal vandalisme. Hun hoogst genot is dan om een systeem binnen te dringen en dat plat te leggen.
Natuurlijk moet worden uitgezocht wie de veroorzaker van deze ellende is. Toch is dat niet de eerste zorg. Men kan de digitale boef wellicht vinden en mogelijk pakken, maar als er niet belangrijker maatregelen worden genomen blijft het dweilen met de kraan open. Voor elke ingerekende digitale inbreker staan er weer twee nieuwe klaar om de aanval in te zetten.
Het lastige van deze cyberoorlog is dat de tactiek en de techniek bijna per dag wijzigen. Dat betekent dat grote instellingen er letterlijk dagwerk aan hebben om hun beveiliging up-to-date te houden. Wie even niet oplet, heeft een probleem.
Behalve dat bedrijven heel alert moeten zijn, is het van belang dat de overheid veel aandacht geeft aan veiligheidsvoorschriften. Zeker bij vitale diensten zoals banken, ziekenhuizen en vervoer, maar ook bij nutsvoorzieningen is het nodig dat de overheid streng toezicht houdt.
Dat geldt temeer omdat in de komende jaren allerlei apparaten in particuliere huishoudens en in bedrijven op internet zullen worden aangesloten. Door dit zogenoemde ”internet of things” komen er miljoenen potentiële bronnen van ontwrichting bij. Het is zaak dat de overheid door regelgeving de risico’s daarvan zo veel mogelijk beperkt.
En de consument? Hij moet toekijken als de bank platligt. Hij ondervindt hinder als hij zijn betalingen niet kan doen. Hij voelt zich vaak machteloos. Toch is hij dat niet. Juist de particuliere computergebruiker is een van de grootste lekken. Hoeveel gebruikers zijn echt zorgvuldig als het gaat om internetveiligheid? Slordigheid met wachtwoorden en onoplettendheid in het mailverkeer hebben al minstens zo veel narigheid aangericht als DDoS-aanvallen.
Hoofdredactie