Nieuwe regels voor huiskerken China
China trekt de laatste jaren de touwtjes strakker aan voor kerken. Vanaf 1 februari worden nieuwe regels van kracht, speciaal gericht op huiskerken. De overheid wil meer controle hebben over de christenen die daar samenkomen. Nu al is duidelijk: het is China menens.
Dertien jaar cel. Dat vonnis hoorde een leider van een niet-geregistreerde kerk in de provincie Yunnan vorige week donderdag tegen zich uitspreken. Volgens de rechter maakte hij zich, samen met vijf anderen, schuldig aan „kwade praktijken, gericht op het ondermijnen van de rechtshandhaving.” De andere verdachten kregen celstraffen opgelegd, in lengte variërend van vier tot tien jaar.
De Engelse organisatie Christian Solidarity Worldwide (CSW) vroeg deze week aandacht voor de situatie in China. CSW vermoedt dat een rechtszaak als die in de provincie Yunnan de voorbode vormt van het nieuwe regime dat na 1 februari gaat gelden voor huiskerken. Die moeten zich vanaf dat moment in het kader van de „nationale veiligheid” houden aan allerlei –beperkende– regels. Speciale aandacht krijgen kerken die relaties onderhouden met het buitenland, omdat China vuurbang is voor activiteiten van buitenlandse zendingsorganisaties op Chinees grondgebied.
Kerk opgeblazen
Dat het de overheid menens is, bleek deze maand overduidelijk. Op 9 januari lieten de autoriteiten een enorme kerk in Linfen opblazen, nadat het gebouw een dag eerder door de politie was afgezet. Volgens waarnemers wilde China daarmee duidelijk maken dat ook grote kerken die de laatste jaren aan invloed gewonnen hebben, zich moeten voegen naar de eisen van de overheid. Afwijkende denkbeelden worden duidelijk niet getolereerd; een al te zichtbare plaats in de publieke ruimte evenmin.
In het geval van de Gouden Kandelaarkerk in Linfen, ging aan het opblazen van het bedehuis een jarenlange onderdrukking van kerkleden vooraf. Leiders van de kerk kregen al in 2009 gevangenisstraffen van zeven jaar opgelegd, nadat ze geklaagd hadden over een inval bij de kerk waaraan honderden politiemannen deelnamen. Bij die actie raakten diverse kerkleden gewond.
Een derde zorgpunt deze maand is volgens CSW de situatie van de Levende Steen-kerk in de provincie Guizhou. Twee voorgangers van de kerk kregen van de rechter boetes opgelegd van rond de 1 miljoen euro, omdat ze „illegale” giften zouden hebben ontvangen van kerkleden. Het beroep dat pastor Su Tianfu en pastor Yang Hua instelden tegen deze in hun ogen onterechte boete is afgewezen. De twee stelden dat ze alleen voor kerkelijke doeleinden geld in ontvangst hebben genomen en dat alle gevers vrijwillig doneerden.
Oogje
De Levende Steen-kerk vormt een huiskerk die vanwege de grootte –700 leden– het predikaat huiskerk eigenlijk niet meer verdient. Gemeenten als deze, die op het punt staan een gevestigd instituut te worden, worden door de autoriteiten gezien als een bedreiging. Behalve CSW verwacht ook de Amerikaanse organisatie China Aid daarom dat het type vervolging waarmee deze gemeente te maken kreeg, gemeengoed gaat worden. De autoriteiten eisen dat de gemeente zich aansluit bij de door de overheid gereguleerde Chinese Christelijke Raad. Die is nauw verbonden met de zogeheten Drie-Zelf Kerk.
De Levende Steen-gemeente kreeg in november 2015 een brief van de plaatselijke overheid waarin stond dat ze illegaal gebruikmaakte van een kantoorgebouw als ruimte voor samenkomsten. Diverse kerkgangers werden daarna opgepakt, evenals de voorganger, pastor Yang Hua. Hij kreeg in januari 2017 een gevangenisstraf opgelegd van tweeënhalf jaar. Een andere voorganger van de gemeente, pastor Su Tianfu, heeft huisarrest gekregen. Een diaken, Zhang Xiuhong, kwam in augustus 2017 vrij na een gevangenisstraf van ruim twee jaar.
Reguleren, niet controleren
CSW-voorman Mervyn Thomas zegt dat de recente acties van de Chinese overheid aantonen dat China religieuze activiteiten voortaan niet alleen wil controleren, maar ook wil reguleren.
Weliswaar zijn er op provinciaal of plaatselijk niveau verschillen in aanpak, aldus Thomas, „maar alles bij elkaar genomen lijkt het er op dat er achter het overheidsoptreden een lange termijnplan zit om onafhankelijke godsdienstige groeperingen aan te pakken. In alle gevallen komt het er op neer dat de overheid meer gericht is op controle van godsdienstzaken dan dat ze bezig is met het beschermen van de vrijheid van godsdienst en levensovertuiging.”