Karadzic weer ontsnapt aan NAVO
De voortgezette zoektocht van de NAVO naar de voormalig Bosnisch-Servische leider Radovan Karadzic is vrijdag wederom zonder resultaat gebleven.
De donderdag begonnen operatie bij Celebici, een dorp bij de grens met Servië en Montenegro, werd vrijdagmiddag afgeblazen, maar de NAVO zei te zullen blijven proberen Karadzic in handen te krijgen.
NAVO-chef George Robertson zei dat Karadzic -en andere voortvluchtigen- de komende weken rekening zal moeten houden met zowel grootscheepse operaties als die van donderdag als minder in het oog lopende acties. „De NAVO zit hem op de hielen, ontsnappen is er niet bij, hij kan zich nergens verbergen”, zei Robertson.
De NAVO-vredesmacht SFOR zei in een verklaring dat de acties van vrijdag en donderdag aangeven dat de internationale gemeenschap vastbesloten is beklaagden aan te houden en druk uit te oefenen op wie zich niet vrijwillig overgeven.
De Amerikaanse ambassade in de Bosnische hoofdstad Sarajevo heeft Amerikanen vrijdag gewaarschuwd het Bosnisch-Servische deel van Bosnië te mijden of, als zij zich daar al bevinden, uiterste voorzichtigheid te betrachten.
Vrijdag was het tien jaar geleden dat Bosnië zich onafhankelijk verklaarde van Joegoslavië en daarmee een bloedige strijd in gang zette die in de naoorlogse periode zijn weerga niet kende. De oorlog van 1992-95 kostte aan naar schatting 200.000 mensen het leven, voor het merendeel burgers. Meer dan 20.000 mensen worden nog vermist en zijn vrijwel zeker dood. Karadzic en zijn generaal Ratko Mladic zijn door het Joegoslavië-tribunaal aangeklaagd wegens genocide en misdaden tegen de menselijkheid tijdens de oorlog in Bosnië van 1992-1995.
De Servische premier Zoran Djindjic wil nog dit jaar processen tegen oorlogsmisdadigers gaan voeren in Servië zelf. De Serviërs zijn zich ervan bewust dat er oorlogsmisdaden zijn gepleegd en willen de daders ter verantwoording roepen, zei de premier voor de Duitse ARD-televisie.
Naar aanleiding van de mislukte poging van de NAVO om de voormalig Bosnisch-Servische leider Radovan Karadzic op te pakken, zei Djindjic dat hij zich eraan stoorde dat men Servië verantwoordelijk probeert te maken voor de arrestatie van Bosnische burgers. „Wij willen geen collectieve schuld opleggen en daarom moet de schuld verpersoonlijkt worden”, zei hij met verwijzing naar zijn plannen om processen te gaan voeren. Hij zei te hopen dat er spoedig een aantal belangrijke rechtszaken zal plaatsvinden.
Djindjic oefende kritiek op de manier waarop het Joegoslavië-tribunaal in Den Haag te werk gaat en zei te verwachten dat de procesgang aan scherpte zal winnen. „Het mag geen discussie worden die twintig jaar terug in de tijd gaat”, zei hij.