John Forbes: Schotse migrant in de Nederlandse Republiek
Het leven van John Forbes (ca. 1568-1634) liep niet over rozen. Omdat hij opkwam voor het presbyteriale karakter van de Schotse Kerk werd hij naar het continent verbannen. Zijn vasthoudendheid betekende niet dat hij andersdenkenden, zoals episcopalen, afwees. Vooral tijdens zijn verblijf in de Nederlandse Republiek toonde hij zijn samenbindende passie.
Deze oecumenische gezindheid ging echter niet ten koste van Forbes’ intentie om zijn piëtistische vroomheid in het kerkelijke verkeer in de praktijk te brengen. Als zodanig voelde hij zich het meest verbonden aan de reformatoren van de Nadere Reformatie, die de vroomheid van hart en leven wilden bevorderen.
John Forbes wordt John Forbes of Alford genoemd om hem van zijn neef John Forbes of Corse (1593-1648) te onderscheiden. De neven behoorden tot de landadel van het Schotse graafschap Aberdeenshire. Hun vaderlijk onderkomen was een kasteel in het Schotse Alford. De broer van Forbes of Alford was Patrick Forbes (1564-1635), die het familiebezit erfde. Deze Patrick werd episcopaal, evenals zijn zoon John Forbes of Corse. Patrick werd door koning Jacobus VI tot bisschop van Aberdeen benoemd. De vorst deed er alles aan om de vrijheid van de Schotse Kerk te beknotten. Door bisschoppen aan te stellen, wilde hij meer macht uitoefenen over het reilen en zeilen in de kerk.
Naar Nederland
Toen zes predikanten, onder wie John Forbes of Alford, zich tegen dit politieke spel verzetten, werden zij in 1605 in de beruchte gevangenis van Blackness Castle opgesloten. Op beschuldiging van hoogverraad! Zij werden een jaar later gedwongen het Britse eiland te verlaten. Na enige tijd in Frankrijk te hebben doorgebracht, waarin John Forbes contact had met hugenotengemeenten en universiteiten, vestigde hij zich in 1608 in Middelburg in Zeeland. Hij werd daar voorganger van de Engelse gemeente die voornamelijk bestond uit kooplieden. Deze gemeente werd in een eerder stadium gediend door Engelse puriteinse predikanten die ook vanwege de druk van de Britse overheid naar de Republiek waren uitgeweken. De Engelse en Schotse migrantengemeenten op Walcheren behoorden tot een netwerk van Engelstalige kerken in de Nederlanden.
In de tien jaren dat hij op Walcheren woonde, had Forbes contact met predikanten van de Gereformeerde Kerk die niet alleen het piëtistische gedachtegoed voorstonden, maar ook op kerkelijk, maatschappelijk en politiek terrein een doorgaande reformatie probeerden te bevorderen. Deze beweging, ook wel de Nadere Reformatie genoemd, was tijdens het verblijf van Forbes in opkomst. Vooral Willem Teellinck (1579-1629), die in 1613 predikant werd in Middelburg, gaf sturing aan deze beweging. Hierbij was de invloed van het Engelse puritanisme een belangrijke factor. Dit streven sprak Forbes aan omdat hij, en velen met hem, ook in Schotland binnen de bedding van de gevestigde kerk de noodzaak van de voortgaande reformatie handen en voeten wilden geven.
Oecumenisch
Forbes zag in de Republiek dezelfde beknotting van de kerkelijke vrijheid als in zijn vaderland, ondanks dat de Gereformeerde Kerk presbyteriaans was, met een grote mate van autonomie voor de plaatselijke gemeenten. Maar niet alle Britse migranten waren echte presbyterianen. Onder Engelse kooplieden waren fervente voorstanders van de anglicaanse kerkvorm, waarbij de bisschoppelijke hiërarchie toonaangevend was. Ook uitgeweken congregationalisten die voorstander waren van een kerkbestuur waarin elke gemeente onafhankelijk is, drukten een stempel op enkele vluchtelingengemeenten. Forbes was wel een overtuigde presbyteriaan, maar geen scherpslijper. Het is opvallend dat hij, die in de Engelse kerk in Delft in conflict kwam met radicale anglicanen, toch streefde naar samenbinding van de Britse migrantengemeenten. Zijn pogingen om deze gemeenten in een synodaal platvorm te verenigen leden echter schipbreuk.
Zijn oecumenische gezindheid blijkt onder meer uit het contact dat hij had met zijn neef, de Schotse episcopaal John Forbes of Corse. Deze beroemd geworden theoloog bezocht de Republiek tweemaal: de eerste keer tijdens zijn studietijd en de tweede keer tijdens zijn verbanning. Bij zijn eerste verblijf in 1619 kreeg hij in Middelburg permissie om in de Engelse Kerk voor te gaan. Drie Zeeuwse predikanten, leden van de classis Walcheren, tekenden daarvoor een certificaat. Een van hen was Willem Teellinck. Ook de naam van zijn neef John Forbes of Alford komt hierop voor.
Vroomheid bevorderen
Wat verbond John Forbes of Alford dan zo aan zijn neef die heel anders dacht over de identiteit van de Schotse Presbyteriaanse Kerk? Dat was de piëtistische vroomheid die deze uitstraalde. Deze vinden we het beste verwoord in zijn autobiografisch manuscript ”The diary of spirituall exercises”. Forbes of Corse schreef van januari 1624 tot juli 1647 in zijn dagboek. Hij noemt daarin de inhoud van preken die hij gehoord heeft, de keren dat hij in de Nederduits Gereformeerde Kerk deelnam aan het heilig avondmaal en de bijzondere ontmoetingen die hij in de Nederlanden had. Ook beschrijft hij hoe hij zijn theologische meesterwerk ”Instructiones” voltooide en uitgever Elsevier in Amsterdam bereid vond om het uit te geven.
De milde opstelling tegenover andersdenkenden op het gebied van de kerkregering had John Forbes of Alford gemeen met Willem Teellinck. De vroomheid van hart en leven die deze ‘vader’ van de Nadere Reformatie met anderen probeerde te bevorderen was voor hem van vitaal belang. Dat maakte verschillen in kerkopvatting hieraan ondergeschikt. Dit zien wij onder andere bij Teellincks houding tegenover de remonstrantse twisten. Forbes was wat betreft het laatste wat resoluter. Hij volgde deze twisten, die uitmondden in de Dordtse synode, en stond volledig achter de contraremonstranten. De Schotse Kerk was door de heerszucht van koning Jacobus niet vertegenwoordigd op deze internationale kerkvergadering. De Engelse anglicanen hadden wel een afvaardiging. Omdat deze een bisschop meebrachten, kregen zij een ereplaats naast de preses, onder een baldakijn. Hoe Forbes deze positie vond, vermeldt de geschiedenis niet. Wel wist hij dat er ook onder de episcopalen mannen waren die in woord en geschrift de vroomheid van hart en leven belangrijker vonden dan een star leerstellige houding die niet gepaard gaat met de praktijk der godzaligheid. In deze zin was Forbes of Alford een aanhanger van de Nadere Reformatie. Het is wel jammer dat zijn piëtistische geschriften die hij in de Republiek liet uitgeven niet in het Nederlands werden vertaald, zoals met geschriften van landgenoten zoals episcopaal William Cowper (1568-1619) wel het geval was.