Brussel ziet fouten bij defensieopdrachten
De tegenprestatie die Defensie eist van niet-Nederlandse bedrijven bij opdrachten voor de aankoop van defensiematerieel is in strijd met EU-wetgeving, vindt de Europese Commissie. Die stuurt daarom een aanmaningsbrief naar Den Haag. Het ministerie heeft twee maanden om te reageren.
Defensie legt leveranciers bij het gunnen van een opdracht een zogenoemde compensatieverplichting op. Die „ongerechtvaardigde” eis beperkt het vrije verkeer van goederen en diensten en is in strijd met Europese richtlijnen, aldus Brussel.
Een commissiewoordvoerder kon niet zeggen om welke aanbestedingscontracten het gaat. Daarover wordt vertrouwelijk overleg gevoerd met het ministerie. Den Haag moet aantonen dat de gevraagde compensatie „nodig, proportioneel en gerechtvaardigd” is, aldus de zegsvrouw.
De ministeries van Defensie en van Economische Zaken en Klimaat zijn het er niet mee eens. Zij zeggen dat Nederland, net als andere landen, dit soort maatregelen mag nemen en zien de gesprekken „met vertrouwen tegemoet”. Het beleid is bedoeld om de Nederlandse defensie-industrie te laten deelnemen aan de ontwikkeling en productie van defensiesystemen.
De Europese Commissie wil een open en concurrerende Europese defensiemarkt en treedt daarom op tegen overheidsopdrachten die niet aan de regels voldoen. Brussel zegt lidstaten te willen helpen de beste prijs-kwaliteitsverhouding te krijgen.
„Een efficiënte besteding van de defensiemiddelen is in het belang van iedereen: overheidsinstanties, de industrie en bovenal onze burgers”, zegt EU-commissaris Elzbieta Bienkowska, (Interne Markt en Industrie).
Denemarken krijgt een soortgelijke aanmaning als Nederland. Italië, Polen en Portugal worden ervan beticht dat ze in strijd met de regels defensiecontracten hebben gegund aan nationale leveranciers.