Geschiedenis

Kunst waar je niet vrolijk van wordt

Wie naar Museum Het Dolhuys gaat, ziet op de binnenplaats een grote stellage waarmee je selfies kunt maken. ”Ooit ’n normaal mens ontmoet?” staat erboven.

Roel Sikkema (ND)
23 January 2018 16:16Gewijzigd op 16 November 2020 12:28
Van Jikke van Loon hangen twee grote houtskooltekeningen van Dolderse Vechters. Links Jimmy, daarnaast Hans. beeld ND
Van Jikke van Loon hangen twee grote houtskooltekeningen van Dolderse Vechters. Links Jimmy, daarnaast Hans. beeld ND

Dat is een vraag die onwillekeurig steeds terugkeert als je door het museum loopt. Want wat is normaal, wat is abnormaal? Nog een doordenkertje aan het begin van de route door het museum: ”De grootste zonderlingen zijn zij die geen enkele afwijking hebben”.

In Haarlem is de tentoonstelling ”Dividing Lines” te zien. Daarin gaat het museum door de ogen van vier kunstenaars in dialoog over (voor)oordelen over psychiatrische patiënten. Zijn die inderdaad afwijkend van de meeste mensen? Of is de scheidslijn tussen normaal en abnormaal erg dun?

De tentoonstelling bestaat uit een aantal portretten. Op het eerste gezicht zouden ze overal gemaakt kunnen zijn. Maar er is meer aan de hand; het zijn afbeeldingen waar je niet vrolijk van wordt. Blije gezichten zijn er niet te zien. Uit veel ogen blijkt een soort doffe berusting, veel tekeningen zijn gemaakt van slapende mensen.

”Dividing Lines” toont portretten van vier kunstenaars. Een van hen, Klaas Koopmans (1920-2006), verbleef jarenlang als psychiatrisch patiënt in ziekenhuizen in Franeker en Zuidlaren. Officieel mocht hij zijn medepatiënten niet tekenen. Hij gebruikte daarom enveloppen, chocoladedoosjes, papiertjes en tabakszakjes waarop hij snelle schetsen maakte. Koopmans was lid van een Friese expressionistische kunstenaarsgroep en maakte de portretten om op die manier het tekenen naar model in te halen. „Het was niet mijn bedoeling om leed te schilderen”, zei hij indertijd in een toelichting.

Vergelijkbare tekeningen maakte Peter Schenk (1944-2011). Hij werkte van 1964 tot 1967 in een kliniek waar ter beschikking gestelden werden verpleegd. Dat waren in zijn tijd „criminele krankzinnigen, landlopers en gek geworden militairen en gedetineerden.” Tijdens nachtdiensten tekende Schenk die mensen. Overdag mocht dat in die tijd niet, net als bij Koopmans. „Ik waande me in een wereld zoals Dante die beschreven had”, zei Schenk daarover. Dantes wereld was de hel. „Vooral in de nachtdienst was dat beeld zo duidelijk. Al die lijven, al dat geluid en vooral de stank. Het was moeilijk voor te stellen dat mensen hier jarenlang leefden.”

De wereld van Koopmans en Schenk bestaat niet meer. Hoewel er nog steeds psychiatrische patiënten in bosrijke inrichtingen wonen, zijn er nu veel meer die in een begeleidwonenproject midden in dorpen en steden verblijven. Er hoeven nu niet meer in het geniep zulke deerniswekkende portretten te worden getekend, zoals deze twee kunstenaars maakten.

Dolderse vechters

De bijdragen van de overige twee kunstenaars in deze tentoonstelling zijn op een andere manier tot stand gekomen. Jikke van Loon (1971) bracht in 2008 drie maanden door op het terrein van de Willem Arntz Hoeve in Den Dolder. Daar staat de atelierwoning Het Vijfde Seizoen, waarin professionele kunstenaars om beurten een seizoen verblijven en samen met patiënten en medewerkers kunstwerken maken.

Van Loon maakte onder meer grote houtskooltekeningen, waarvan er vier in Haarlem hangen. „Iedereen levert en leeft daar een gevecht”, zegt Van Loon in een toelichting bij die werken, die niet voor niets de naam ”Dolderse vechters” dragen. Sommige van die gevechten zijn voor Van Loon herkenbaar, „andere zijn ontoegankelijker en daarom misschien nog wel heftiger. Ik heb deze gevechten gevoeld, maar vooral ook de mens gezien.”

In 2015 verbleef Aldo van den Broek (1985) drie maanden op de afdeling psychiatrie van Kings County Hospital in Brooklyn, New York. Dat leidde onder meer tot een serie geschilderde portretten en een met de eigen telefoon gefilmd videodagboek. „Ik probeerde de mensen te begrijpen, maar dat gaat niet. Je doet je best, maar het kan niet. Ik worstelde ook met wat ik ermee kon doen. Het is heftig en dramatisch, maar die mensen zijn ook leuk op een bepaalde manier”, aldus Van den Broek. Hij schilderde een paar prachtige portretten. Het is jammer dat er op deze tentoonstelling maar drie werken van hem te zien zijn, afgezien van het videodagboek.

Spiegels

Daarmee komen we meteen bij een belangrijk punt: de tentoonstelling is maar klein, niet meer dan één zaal van het museum. Dat is jammer, maar als je toch in Het Dolhuys bent, bekijk dan ook de rest van het museum. Want daar wordt nog duidelijker hoe dun de scheidslijn tussen normaal en abnormaal is. Kijk bijvoorbeeld naar jezelf in een zaal vol verschillende spiegels. Of lees de verhalen van kunstenaars die alleen konden leven door abnormaal te zijn, zoals Vincent van Gogh en Anton Heijboer.

De verhalen zijn onderdeel van een andere tentoonstelling, ”De maakbare mens”, die volgens aankondiging al afgelopen zou moeten zijn, maar nog even blijft staan omdat er plannen zijn voor een verbouwing van het museum. Die staat voor 2018/2019 gepland, waarbij het gebouw compleet op de schop gaat.

”Dividing Lines” is tot en met 18 maart te zien in Het Dolhuys / Museum van de Geest, Haarlem. hetdolhuys.nl

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer