Venster op het werk van Jonathan Edwards
Aan de internationale Edwards-revival schijnt voorlopig nog geen einde te komen. Wereldwijd zijn er tien onderzoekscentra bezig om dieper door te dringen in de theologie en de spiritualiteit van de man die in een ruime kleerkast zijn studeerkamer had.
Het onderzoek naar Jonathan Edwards (1703-1758) richt zich niet alleen op zijn preken en boeken, maar ook op de aantekeningen die hij maakte. De geest van Edwards was altijd in beweging, ook als hij bezig was met houthakken of als hij een rit te paard maakte. Omdat papier kostbaar was, gebruikte hij snippers om daaraan zijn wonderlijke inzichten toe te vertrouwen.
Wat een diepe geest heeft deze pastor gehad. Hij weet vandaag onderzoekers en christenen uit vele tradities en stromingen te boeien met zijn gedachten over God en mens, Christus en de Geest, de materie en de ziel, de affectieve en de intellectuele kant van de menselijke ziel, verzoening en vervulling, allegorie en ouderdom, opwekking en gebed, contemplatie en congregationalisme, engelen en afval, vrije wil en noodzakelijkheid, verbond en duivel, deïsme en echtscheiding, economie en verlichting, rechtvaardiging en geluk, inspiratie en liefde, slavernij en psychologie, Reformatie en sacramenten, de lastering van de Geest en de uitleg van de Schrift, enzovoort.
Wie zich in dergelijke thema’s in de theologie van Edwards wil verdiepen, heeft veel werk aan de 73 delen van de wetenschappelijke editie van zijn verzamelde werken. Inmiddels is er een heel mooie oplossing voor dit probleem gevonden door de uitgave van ”The Jonathan Edwards Encyclopedia”. Deze encyclopedie kan gezien worden als een soort handleiding voor, of een venster op het totale werk van Jonathan Edwards. In overzichtelijke artikelen worden bijna 400 onderwerpen besproken. Aangezien deze onderwerpen worden besproken door experts in een specialisme waarin ze zelf onderzoek hebben gedaan, mogen we verwachten dat hier steeds het neusje van de zalm gepresenteerd te krijgen.
De thema’s zijn alfabetisch gerangschikt. Bovendien is er een inhoudsopgave om snel overzicht te krijgen in alle thema’s die worden behandeld. Na een kernachtige beschrijving per thema volgen er leessuggesties om in het voorliggende thema nader te worden ingeleid.
Het initiatief voor deze encyclopedie ligt bij het Edwardsonderzoekscentrum in Yale, van waaruit veel initiatieven voor Edwardsonderzoek zijn ontplooid. De encylopedie is tot stand gekomen onder leiding van K. P. Minkema en A. C. Neele (onder supervisie van H. S. Stout). Zij hebben in hun wereldwijde netwerk van Edwardsonderzoekers 175 experts gevonden die samen de onderwerpen in deze encyclopedie hebben gepresenteerd. Onder deze experts zijn doorgewinterde Edwardsonderzoekers met een lange staat van dienst en ook veelbelovende jonge onderzoekers die graag dieper in Edwards’ denken geworteld willen raken.
Heeft deze encyclopedie betekenis voor mensen die niet tot deze Edwardsspecialisten behoren? Ik zou denken van wel. In de eerste plaats omdat Edwards als de laatste van de puriteinen kan worden gezien, zodat we in zijn werk een hoogtepunt van gereformeerde en puriteinse theologie ontmoeten waarin tal van stemmen uit voorgaande generaties meeklinken. We zouden kunnen zeggen dat Edwards al deze theologie in zich meedraagt.
In de tweede plaats is Edwards een zeer oorspronkelijk en origineel theoloog. Hij schrijft ergens dat hij zich wel calvinist noemt, maar niet omdat hij Calvijn altijd naspreekt. De pastor van Northampton ging evenzeer te rade bij Augustinus in de Vroege Kerk. Daarbij maakt hij altijd zijn eigen afwegingen en is hij nooit een naprater van wie dan ook maar. Alleen al deze eigenschap maakt hem tot een belangrijke gesprekspartner om vandaag over de grote vragen van het geloof na te denken.
Ten derde is het een voordeel om ons te verdiepen in Edwards omdat hij zich uitdrukkelijk heeft verhouden tot de wetenschappelijke en culturele ontwikkelingen van zijn dagen. Hij wist van het tijdperk van de verlichting en de mechanica van Newton. Het is merkbaar dat hij deze inzichten in zijn theologische inzichten een plaats geeft of er juist kritisch tegenin gaat. Daardoor staat hij weer dichter bij ons dan mensen uit de Reformatie of uit de hoofdstroom van na-reformatorische theologie.
Tot slot zou ik zeggen dat de diepte van het geestelijk leven bij Edwards en zijn theologische vertolking daarvan ook vandaag behartenswaardig is.