Opperrabbijn Jacobs wil extern onderzoek in vermeende misbruikkwesties
Opperrabbijn Binyomin Jacobs wil dat er een „extern onderzoek” wordt ingesteld naar zijn functioneren inzake een aantal door derden gepleegde „vermeende gevallen van grensoverschrijdend seksueel gedrag jegens minderjarigen.”
Dat liet hij maandagmorgen weten naar aanleiding van berichten in diverse media, waaronder De Telegraaf van afgelopen vrijdag, als zou hij gevallen van misbruik binnenskamers willen houden.
Jacobs verwerpt die suggestie „met klem.” „In het geval van de orthodox-Joodse Cheiderschool in Amsterdam heb ik als bestuurslid strikt de door de overheid voorgeschreven procedure en regelgeving gevolgd en ouders geadviseerd aangifte te doen”, aldus de opperrabbijn. „Sommigen zagen daar om hun moverende redenen vanaf.”
Inzake vermeende vergrijpen door een medewerker van de Joodse Gemeente Nijmegen gepleegd in de Verenigde Staten voordat hij in Nederland werkzaam was, heeft een onderzoek –aldus Jacobs– onvoldoende bewijs van schuld of betrokkenheid opgeleverd. „Ook bestuursleden en leden van de Joodse Gemeente Nijmegen en van het overkoepelend Nederlands Israelitisch Kerkgenootschap (NIK) waren –zo blijkt uit interne stukken– op enig moment van de beschuldigingen aan het adres van de medewerker op de hoogte en hebben evenmin reden gezien de man te schorsen, te ontslaan of een advies in die richting te gegeven.”
„Omwille van het verkrijgen van optimale duidelijkheid” wenst hij dat externe onderzoekers zijn eigen functioneren in deze kwesties tegen het licht houden. „Voor zoverre ik mijn geheimhoudingsplicht als vertrouwenspersoon geen geweld hoef aan te doen zal ik graag aan dit door mijzelf gewenste onderzoek meewerken.” Hangende dit onderzoek zal de (onbezoldigde) opperrabbijn „in het belang van de Joodse gemeenschap” zijn taken blijven uitoefenen.
Desgevraagd zei de opperrabbijn maandagmorgen dat hij een hetze constateert „tegen alles wat religieus en orthodox-Joods is.”