Fluitend langs de limes
Lang geleden deelde de limes de Lage Landen bij de zee in tweeën. De VVV van Katwijk heeft langs deze oude Romeinse grens, die grotendeels de Oude Rijn volgt, een fietsroute uitgezet. Met ruim 50 kilometer in het vooruitzicht is een e-bike meer dan welkom.
Fietsen langs de limes vraagt een groot voorstellingsvermogen. De meeste overblijfselen zitten in de grond. Bij wie daar oog voor heeft, vormt zich in het hoofd al fietsend een prachtig verhaal. Een verhaal vol marcherende soldaten, wachttorens, strategisch gelegen forten en een indrukwekkend wegennetwerk.
We starten op de boulevard van Katwijk. Ter hoogte van de Witte Kerk turen we over zee. Daar, op een niet nader bekende plaats voor de kust, moeten ergens de resten van Lugdunum liggen, het meest westelijke Romeinse fort van de Lage Landen. Dat de kustlijn in het verleden verder in zee lag, is ook te zien aan de Witte Kerk. Die staat nu pal aan de Boulevard, maar stond in een ver verleden midden in het dorp.
Tijd om eens op de fiets te stappen. De elektrische Gazelle Orange geeft ons bij het opstappen een flinke duw in de rug. Ondanks de straffe zeewind die ons uit het zuidwesten tegemoetkomt, fietsen we met een vaart van 25 kilometer per uur de boulevard over. Je voelt het in je gezicht, maar niet in je benen. Dat moet wel lukken, die 50 kilometer.
Voor natuurliefhebbers en rustzoekers is fietsen langs de limes geen goed idee. Dat betekent niet dat de route –die voor een groot deel door een dichtbebouwd gebied voert– weinig te bieden heeft.
Ter hoogte van Valkenburg stappen we op het fietspad naast de druk bereden N206 even van onze fiets. Op dit punt kruist de autoweg een oude Romeinse weg, waarvan aan twee kanten in de berm een reconstructie is gemaakt.
Mijlpaal
Terwijl het verkeer een paar meter naast ons onophoudelijk voorbijraast, nemen wij de dwarsdoorsnede van de weg vol bewondering in ons op. In een tijd dat er in de Lage Landen alleen nog maar een onsamenhangend geheel van onverharde paden was, legden de Romeinen in het hele rijk een uitgekiend wegennet aan. De weg met zijn fundering is nagebouwd van beton, evenals de ruim een meter hoge mijlpaal in de berm.
Voordat we er erg in hebben, komt Leiden in zicht. De route loopt dwars door de binnenstad en dat is op een e-bike een feest. In volle vaart nemen we de bolle bruggen die bij tientallen over de grachten liggen. Dat een e-bike nog meer dan een gewone fiets is gebaat bij goede remmen, beseffen we nu des te meer.
Oogstrelend is de Leidse buitenwijk Roomburg niet bepaald te noemen, maar we hebben een doel. Op een kruispunt van waterwegen –de Oude Rijn, de Zijl, de Leithe en het door de Romeinen gegraven Kanaal van Corbulo– liggen de resten van een rechthoekig fort. Daarbovenop is een indrukwekkende thematisch stadspark aangelegd, compleet met zes forse wachttorens.
Turbostand
We laten de limes achter ons. Die strekt zich weliswaar nog 3000 kilometer naar het oosten uit –langs Rijn en Donau tot aan de Zwarte Zee– maar daar helemaal langsfietsen is zelfs met een e-bike te gortig. Met een wijde boog fietsen we via Warmond, Sassenheim en Noordwijk terug naar Katwijk.
Cultuurgeschiedenis genoeg onderweg, maar met de Romeinen heeft het weinig van doen. Zonder elektrische ondersteuning zou de tweede helft van de route een zware dobber zijn. Kilometerslang langs de Haarlemmer Trekvaart en door de duinen van Noordwijk naar Katwijk, met de wind pal tegen. Afstappen is er niet bij, zelfs niet als we een duin op fietsen. In de turbostand blijft de teller 25 kilometer per uur aanwijzen en de berekende accuvoorraad is nog ruim voldoende om thuis te komen, dus overgaan op de minder ondersteunende eco- of tourstand is niet nodig.
Onverwacht snel ligt Katwijk weer voor ons. Om op de boulevard te komen, steken we eerst de monding van de Oude Rijn over. Onder ons door loopt onzichtbaar de grens van het Romeinse Rijk. We zijn weer terug bij af.
Superfiets
Bij een dagtocht van meer dan 50 kilometer die bij een straffe zeewind ook nog eens over een golvend duinlandschap voert, is een e-bike geen overbodige luxe. De Gazelle Orange waar we op rijden is niet zomaar een e-bike. Dat merk je al aan de adviesprijs, die met 2700 euro niet mis is. Maar daar krijg je dan ook wat voor.
De fiets is uitgerust met een NuVinci® Cycling-versnellingsnaaf, waarbij je tijdens het schakelen gewoon door kunt trappen. Handmatig schakelen is niet nodig. De fiets voelt aan wanneer zijn berijder een hogere of lagere versnelling kan gebruiken en schakelt dan automatisch door. Wie liever zelf beslist, kan kiezen voor handmatig schakelen.
Minstens zo belangrijk is de aandacht voor veiligheid, die zeker in het segment van de wat goedkopere e-bikes weleens wat ondergesneeuwd raakt. Fietsers met een e-bike gaan hard en dat vraagt betrouwbare remmen. De Orange heeft remmen op oliedruk. Met deze hydraulische remmen staat je fiets zo stil, ook als je 25 kilometer per uur gaat.
Een elektrisch duwtje in de rug is heerlijk als je opstapt, maar is niet altijd even welkom. Een berucht moment is in de bocht, waar de fiets ineens een flinke zet kan krijgen die ertoe leidt dat de fietser ten val komt. Vooral bij ouderen is juist dit verschijnsel een van de oorzaken van het grote aantal ongevallen met e-bikes. De Gazelle Orange is zo afgesteld dat hij zich in bochten gedeisd houdt, en dat is wel zo veilig.