Buitenland

„Chaos bij overheid VS na aanslagen 11-9”

De aanslagen van 11 september 2001 veroorzaakten totale chaos bij de Amerikaanse overheid. De autoriteiten wisten nauwelijks wat er aan de hand was, laat staan dat zij in staat waren effectief op te treden, concludeert de Amerikaanse commissie die de aanslagen onderzoekt.

AP
18 June 2004 11:31Gewijzigd op 14 November 2020 01:20

Het leger en de overheid zagen zich geconfronteerd met „een ongeëvenaard probleem dat zij nooit eerder waren tegengekomen en waarop zij niet waren voorbereid”, zegt de commissie in een tussentijds rapport. In de uren na de aanslagen volgde het ene wilde gerucht op het andere. Er zou sprake zijn geweest van autobommen en andere aanslagen. Zelfs de regering was niet op de hoogte van wat er werkelijk was gebeurd.

„We hebben die dag tegen veel spoken gevochten”, zei generaal Richard Myers, de voorzitter van de gezamenlijke stafchefs, gisteren tijdens de laatste openbare hoorzitting van de commissie. Volgende maand moet het eindrapport verschijnen.

De reactie op de vier kapingen was gebrekkig, aldus de commissie. Een van de vier vliegtuigen bevond zich in een gebied dat niet werd gedekt door de radar van de luchtverkeersleiding. Eén luchtverkeersleider kreeg in zijn eentje twee van de gekaapte vliegtuigen onder zijn hoede. De luchtverkeersleiding verzuimde de kaping van een van de vier vliegtuigen door te geven aan het leger.

Ondanks alle gemaakte fouten is de commissie niet van mening dat de vliegtuigen onderschept hadden kunnen worden. Commandanten van Norad, het centrum voor de luchtverdediging, hebben gezegd dat zij United Airlines-vlucht 93 zouden hebben neergehaald als het niet was neergestort op het platteland van Pennsylvania, vermoedelijk na een gevecht tussen de kapers en de passagiers. De commissie betwijfelt of dat zou zijn gelukt. De procedures waren ingesteld op traditionele kapingen, waarbij er meer tijd is. Nu werd het leger te laat op de hoogte gebracht van de kapingen, in het gunstigste geval negen minuten voordat een van de vliegtuigen zijn doel bereikte.

De informatievoorziening aan de regering was verre van optimaal. President George Bush zat in Florida, waar hij op bezoek was bij een basisschool. In eerste instantie kreeg de president te horen dat een klein, tweemotorig toestel tegen het WTC was aangevlogen. Een fout van de piloot, was de mededeling.

Vice-president Dick Cheney zat in een bunker in Washington. Na overleg met Bush gaf Cheney het leger de opdracht gekaapte vliegtuigen neer te halen. Een halfuur nadat Cheney dat bevel had gegeven verkeerde hij in de veronderstelling dat het was uitgevoerd, blijkt uit het transcript van een telefonische vergadering dat de commissie heeft gepubliceerd. „Ik heb begrepen dat ze een paar vliegtuigen hebben uitgeschakeld”, zei Cheney in het gesprek. „We zijn in oorlog”, zei Bush verder tegen Cheney. „Iemand gaat boeten.”

In een woensdag verschenen rapport concludeerde de 11-septembercommissie dat de regering ten onrechte heeft gesteld dat Irak en al-Qaida banden met elkaar onderhielden, wat een van de argumenten was voor de aanval op Irak. Osama bin Laden heeft toenadering gezocht tot Saddam Hussein, maar er is volgens de commissie geen bewijs dat Saddam daar op in is gegaan. Bush wees die conclusie gisteren van de hand. Volgens de president bestonden er wel degelijk banden tussen Saddam en Bin Laden.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer