Tientallen doden door aanslagen in Irak
Nog geen twee weken voor de machtsoverdracht in Irak, was het Arabische land donderdag wederom gedompeld in bloed. Door drie bomaanslagen kwamen bijna vijftig mensen om het leven. Het aantal gewonden beliep circa 150. De aanslagen waren alle bedoeld om de natie verder te ontwrichten en om nog meer dood en verderf te zaaien onder leden van de bezettingsmacht en eenieder die daarmee samenwerkt.
De Amerikanen in Irak wezen donderdag de beschuldigende vinger opnieuw naar Abu Musab al–Zarqawi, de Jordaniër die zou optreden in dienst van het al–Qaedanetwerk van Osama bin Laden. Al–Zarqawi is door de VS al met verscheidene aanslagen en ontvoeringen in Irak in verband gebracht.
De hevigste explosie donderdag, een autobom, deed zich voor in Bagdad voor de poorten van een rekruteringscentrum voor het Iraakse leger. Dat is gevestigd op het terrein van het oude vliegveld Muthanna in het westen van de hoofdstad. Er vielen zeker 35 doden, voorzover bekend allen Irakezen.
De Iraakse interim–premier Iyad Allawi zei tijdens een bezoek aan de plaats van het bloedbad dat andere landen achter de aanslagen zitten, zonder deze landen bij naam te noemen. „Sommige landen proberen via deze laffe daden Irak te beïnvloeden", aldus Allawi. „Het is opnieuw een bewijs van de wens van bepaalde lieden om het Iraakse volk een slag toe te brengen", voegde de tijdelijke premier eraan toe.
Een woordvoerder van de Amerikaanse strijdkrachten bevestigde dat het om een zelfmoordaanslag ging. Een man zou de witte terreinwagen tot ontploffing hebben gebracht bij het rekruteringscentrum dat aan een drukke straat ligt. Vooral voorbijgangers zouden zijn getroffen. Een Iraakse agent ter plekke verklaarde dat het zonder twijfel om een zelfmoordactie gaat. De handen van de dader zaten namelijk nog om het stuur geklemd.
Veel jonge mannen staan vaak ’s ochtends in de rij bij de poorten om te tekenen voor een baan in het leger. „Ongeveer honderd van ons stonden voor het rekruteringscentrum", verklaarde een 32–jarige Irakees die zich aan wilde melden bij het leger. „Een officier las net een lijst met namen voor van mensen die waren aangenomen in het nieuwe leger en vertelde ons dat we op 26 juni terug moesten keren toen de explosie zich voordeed", zei Issam Jassem.
Ten noorden van Bagdad, in Yethrib, kwamen zes leden van het Iraakse leger om het leven door een autobom. Een derde autobom ontplofte ten zuiden van Bagdad voor de ingang van een stroomcentrale in al–Musajib. Er vielen twee Iraakse doden. Het was de vierde aanslag in drie weken op de deze plek. De betrokken centrale verzorgt de elektriciteit in drie Iraakse provincies.
Voor het eerst kwam ook een Hongaars lid van de coalitietroepen om het leven. Ook hier ging het om een bom, die ontplofte toen een militair konvooi langsreed op een weg, ongeveer 70 kilometer ten zuidoosten van Bagdad. Hongarije heeft circa driehonderd militairen in Irak gelegerd. De Hongaarse minister van Defensie Juhasz zei dat de aanslag geen gevolgen heeft voor de aanwezigheid van de troepen. Zij blijven in Irak, aldus de bewindsman.
De Amerikaanse president Bush laat zich door alle ellende in Irak ogenschijnlijk niet van de wijs brengen. „Irak zal vrij zijn", zei de president in Washington in zijn immmer gelijkluidende retoriek over het Irak–conflict. Volgens Bush wordt er ook „vooruitgang geboekt" om de doelstelling van „een vrij en democratisch Irak" te halen.
De Amerikaanse bewindvoerder in Irak, Paul Bremer, heeft woensdag een bezoek gebracht aan de Nederlandse militairen in het zuiden van Irak, aldus de landmacht donderdag in Den Haag. Bremer, oud–ambassadeur van de VS in ons land, bracht in al–Muthanna samen met de Nederlandse bataljonscommandant, luitenant–kolonel Van Harskamp, ook een bezoek aan de plaatselijke autoriteiten in As Samawah, de stad waar ongeveer zevenhonderd Nederlanders zijn gelegerd.