Wetenschap & techniek

Wells: Darwin praktiseerde zombiewetenschap

Wie kent ze niet? Darwins levensboom, de darwinvinken, de peper- en zoutvlinders, de overeenkomsten tussen aap en mens, en vele andere zogenoemde bewijzen voor evolutie. Moleculair bioloog Jonathan Wells veegde er in 2000 de vloer al mee aan in zijn boek ”Icons of Evolution”.

27 December 2017 09:41Gewijzigd op 16 November 2020 12:17
Een exemplaar van de uitgestorven vogel Archaeopteryx wordt tentoongesteld in het Museum für Naturkunde in Berlijn. Vaak wordt de oervogel nog voorgesteld als tussenvorm tussen dino’s en vogels, maar die visie ligt al geruime tijd onder vuur binnen de evo
Een exemplaar van de uitgestorven vogel Archaeopteryx wordt tentoongesteld in het Museum für Naturkunde in Berlijn. Vaak wordt de oervogel nog voorgesteld als tussenvorm tussen dino’s en vogels, maar die visie ligt al geruime tijd onder vuur binnen de evo

In zijn recent verschenen boek ”Zombie Science” gaat Wells nog een stapje verder. Vrijwel alle iconen van de evolutie die Wells in zijn eerste boek ontmaskerde, blijken na zeventien jaar nog springlevend, met name in lesboeken voor biologie. Hij neemt ze opnieuw onder de loep in het licht van de nieuwste wetenschappelijke inzichten.

Dat zijn boek tegen het zere been van veel mensen zal zijn, beseft Wells ook. Als aanhanger van intelligent design zit de medewerker van het Discovery Institute (VS) bij voorbaat al in het wetenschappelijke verdachtenbankje. Hij geeft de lezer van ”Zombie Science” dan ook de waarschuwing mee: „Dit boek is politiek incorrect. Je carrière kan hierdoor een deuk oplopen.” Zijn tip: „Je kunt dit voorkomen door het boek te kaften.”

Zeventien jaar na zijn eerste boek moet Wells in ”Zombie Science” geregeld in herhaling vallen. Zo pakt hij Darwins levensboom opnieuw aan. Hij fileert deze evolutie-icoon –die vaak wordt gebruikt als bewijs voor universele afstamming van al het leven uit een enkele oercel– tot op het bot en maakt er korte metten mee.

„Hoe ironisch! Hoe wetenschappelijker de evolutiebiologie te werk gaat, hoe meer de levensboom een illusie blijkt. Maar in de gangbare biologieboeken en in populaire televisieshows en wetenschappelijke tijdschriften wordt de levensboom nog altijd gepresenteerd als een onmiskenbaar feit. Waarom?” Omdat er volgens aanhangers van de evolutieleer een darwiniaanse levensboom móét zijn, constateert Wells.

Dogma

Ook andere iconen van evolutie krijgen ervan langs met nieuwe wetenschappelijke argumenten. Zo levert het Miller-Urey-experiment nog steeds geen schijn van bewijs dat er leven kan ontstaan uit chemische stoffen. Ook schieten volgens Wells de overeenkomsten in de ledematen van gewervelden, de uitgestorven Archaeopteryx als missing link tussen dinosauriërs en vogels, de peper-en-zoutvlinder en de darwinvinken allemaal tekort als bewijs voor universele gemeenschappelijke afstamming.

In 1973 publiceerde de Amerikaanse evolutiebioloog Theodosius Dobzhansky zijn gevleugelde uitdrukking: „Niets in de biologie is zinvol behalve in het licht van evolutie.” Dit statement heeft inmiddels de status van een fundamenteel dogma. Het is de basis van het meeste onderzoek en de meeste artikelen in de evolutiebiologie. Wetenschappers die deze uitdrukking hanteren, denken dat zij dit doen op basis van bewijs, maar het is in werkelijkheid een materialistisch geloof, betoogt Wells. „Evolutie is een materialistisch verhaal.”

De evolutietheorie heeft een prominente plaats in het onderwijs. Michael Berkman, hoogleraar politicologie aan de Pennsylvania State University (VS), stelde in 2015: „De evolutieleer is het fundament van de biologie. Belangrijker nog is, denk ik: Wanneer je sceptisch bent over evolutie, ben je sceptisch over wetenschap in het algemeen.”

Denkfout

Wells beschouwt dit als een fundamentele denkfout. Hij heeft geen enkel probleem met empirische wetenschap, die is gebaseerd op proefondervindelijke uitkomsten; evenmin heeft de moleculair bioloog moeite met technische wetenschap, die heeft geleid tot de ontwikkeling van bijvoorbeeld computers, koelkasten, vliegtuigen en MRI-scanapparatuur.

Totaal anders ligt het met wat hij ”zombiewetenschap” noemt: filosofisch materialisme vermomd als empirische wetenschap. Aanhangers van die filosofie hangen het geloof aan dat de werkelijkheid uit niets anders bestaat dan materie. Hun wetenschappelijke blikveld versmalt drastisch doordat ze de vrije wil, het geestelijke en God tot een illusie verklaren.

„Het is uiterst verwerpelijk dat ze dat geloof nog steeds opvoeren als proefondervindelijke wetenschap, terwijl het geen wetenschap is. Er is dan ook geen strijd tussen religie en empirische wetenschap, wel tussen religie en deze materialistische filosofie; en het slagveld is de evolutieleer.”

Wells verklaart zijn stellingname als volgt: „Wanneer mensen een materialistische uitleg blijven verdedigen, hoewel die overduidelijk in tegenspraak is met wetenschappelijk bewijs, praktiseren ze zombiewetenschap. We vinden de duidelijkste voorbeelden van zombiewetenschap in de evolutiebiologie.”

Darwin praktiseerde volgens de moleculair bioloog ook zombiewetenschap. Diens boek ”The Origin of Species” uit 1859 is niet anders dan een uitvoerig betoog tegen ”schepping door ontwerp”; alle leven zou volgens Darwin zijn ontstaan via universele gemeenschappelijke afstamming en ongerichte, kleine veranderingen gedurende miljoenen jaren. In de vierde editie noemde Darwin het idee dat alle leven planmatig was geschapen „niet wetenschappelijk.” Hij sloot daarmee elke vorm van ontwerp per definitie uit.

Emeritus hoogleraar en historicus Michael Flannery acht dan ook de conclusie onontkoombaar dat „de darwiniaanse evolutieleer helemaal geen wetenschappelijke theorie is, maar een lange redevoering ten gunste van een vooraf ingenomen metafysisch –atheïstisch– standpunt.”

Universeel zuur

De Amerikaanse filosoof Daniel Denneth noemde Darwins evolutietheorie in 1995 een „universeel zuur: het vreet zich dwars door elk traditioneel concept heen. (…) Het snijdt dieper door onze fundamenteelste geloofswaarheden heen dan veel christelijke apologeten beseffen.”

Evolutie dringt zelfs tot in de kerk door. Eugenie Scott, vooraanstaand atheïste en voorzitter van het Amerikaanse National Center for Science Education, liet zich in 2002 ontvallen dat „een overtuigde predikant meer waard is dan twee biologen.” Wells: „Met zo veel predikanten die Darwins universele zuur met overtuiging indrinken, is het geen verrassing dat religie overal het onderspit delft.”

Thomas Nagel, atheïst en hoogleraar filosofie aan de New York University, concludeerde in zijn boek ”Geest en kosmos” (ISBN 9789089646989, blz. 139) dat het –„in het huidige klimaat van een dominant wetenschappelijk naturalisme, dat stevig gefundeerd is op speculatieve darwinistische verklaringen van praktisch alles, en tot de tanden gewapend tegen aanvallen vanuit religie”– nuttig is om over mogelijke alternatieven na te denken. Simpelweg omdat de materialistische evolutietheorie geen bevredigende verklaring kan geven van verschijnselen zoals het menselijk bewustzijn.

De Britse fysioloog Denis Noble stelde in 2015 –in het Journal of Experimental Biology– dat het eerlijke antwoord op het nieuwe bewijs in de biologie simpelweg is: de centrale dogma’s van het neodarwinisme zijn niet langer houdbaar.

Maar Nagels en Nobles pleidooien –en die van tal van anderen– zijn aan dovemansoren gericht: Eugenie Scott vindt het onjuist om studenten in verwarring te brengen door hun te leren dat er problemen zijn met de evolutieleer.

Slachtoffer

Het slachtoffer is de empirische wetenschap, die is gebaseerd op proefondervindelijke uitkomsten, stelt Wells vast. „Voor empirische wetenschappen is de hoogste waarde waarheidsvinding, maar voor de materialistische wetenschap is de hoogste waarde de ”survival of the fittest”, lees: zelfhandhaving.” Volgens de moleculair bioloog lijden de empirische wetenschap en het kritisch denkvermogen van studenten juist onder deze zelfhandhaving, terwijl de zombiewetenschap opbloeit.

Wells’ conclusie liegt er niet om. De handhaving van de iconen van de evolutie in lesboeken is volgens hem een bewuste keuze om het grote materialistische verhaal van de evolutie te promoten, hoewel tal van wetenschappers hebben laten zien dat de iconen niets hebben uit te staan met empirisch bewijs. „De iconen van evolutie zijn het gereedschap van zombiewetenschap.”


„Verdwijnen van darwinisme kwestie van tijd”

Is de evolutieleer een geloof of wetenschap? Beide, schrijft de Amerikaan Tom Bethell in zijn boek ”Darwin’s House of Cards”. „Het is tijd om duidelijk te maken dat heel weinig wetenschappelijk bewijs de darwiniaanse evolutieleer bevestigt.”

Darwins evolutie-idee kon in de negentiende eeuw rekenen op een warm onthaal. Er heerste een algemeen geloof in onbegrensde vooruitgang. Ook Darwin geloofde daarin. „De mens zal in de nabije toekomst een veel meer volmaakt schepsel zijn dan hij nu is”, schreef hij in zijn ”Autobiography”. En in zijn revolutionaire boek ”The Origin of Species” beweerde de Brit dat „alle lichamelijke en geestelijke vermogens zich bewegen in de richting van volmaaktheid.” Evolutie ten voeten uit.

Het is volgens Bethell helder dat het darwinisme zijn kracht vond in het vooruitgangsgeloof. „Vandaag de dag blijft er van dat wereldbeeld weinig meer over, vooral door het werk van milieuactivisten.”

Nu het ouderwetse vooruitgangsgeloof failliet blijkt, zal het met het geloof in Darwins evolutieleer dezelfde kant op gaan, verwacht Bethell. „Er is opmerkelijk weinig bewijs voor het darwinisme. De universele gemeenschappelijke afstamming staat volop ter discussie in de wetenschap; deze is vooral gebaseerd op een gevolgtrekking uit Darwins theorie, niet op empirisch bewijs. Een onbegrensde ontwikkeling vanuit één of ander oertype is nog nooit waargenomen; natuurlijke selectie vermeerdert alleen de bestaande variaties. Zoals de bekende Britse apologeet C. S. Lewis ooit zei: het is gemakkelijker om uitgestorven levensvormen aan te wijzen, dan soorten die zich nieuw aandienen.”

Het darwinisme was ooit een gelegenheidshuwelijk tussen het vooruitgangsgeloof en het materialisme – het geloof dat de menselijke geest is te herleiden tot materie en dat het universum alleen bestaat uit moleculen in beweging. „Deze oude filosofie is in de negentiende eeuw nieuw leven ingeblazen door Charles Darwin en Karl Marx.”

Momenteel ontleent het darwinisme zijn kracht nog aan de wijdverbreide filosofie van het materialisme, vervolgt Bethell. „Het vooruitgangsgeloof is immers weggelopen.” Bethell durft de boude stelling aan dat het verdwijnen van het darwinisme daarom „wellicht een kwestie van tijd is.”

„Als het materialisme waar is, dan moet het darwinisme, of iets wat daarop lijkt, ook waar zijn. Het materialisme is echter hoogst onwaarschijnlijk en aanvechtbaar” constateert Bethell. „Of het darwinisme de teloorgang van het vooruitgangsgeloof en nauwgezet wetenschappelijk onderzoek zal overleven, moet de toekomst uitwijzen. Het marxisme is al in elkaar gestort.”

Het darwinisme was ooit een versterkt kasteel met zorgvuldig gebouwde torens, grachten en kantelen. Bethell: „Maar vandaag de dag lijkt het eerder op een kaartenhuis, meer opgebouwd uit armzalige iconen dan stevig wetenschappelijk bewijs. Het loopt gevaar om weggeblazen te worden.”


Boekgegevens

Zombie Science. More Icons of Evolution, Jonathan Wells; uitg. Discovery Institute Press, Seattle, 2017; ISBN 9781936599448; 238 blz.; € 15,-;

Darwin’s House of Cards. A Journalist’s Odyssey Through the Darwin Debates, Tom Bethell; uitg. Discovery Institute Press, Seattle, 2017; ISBN 9781936599417; 294 blz.; € 18,49.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer