Dat blijkt uit cijfers die de VN-vluchtelingenorganisatie UNHCR vandaag in Genève vrijgaf. De publicatie komt enkele dagen vóór Wereldvluchtelingendag op 20 juni. De cijfers betreffen vluchtelingen en anderen die onder het mandaat van de UNHCR vallen.

Hoge commissaris voor de vluchtelingen Lubbers wees als oorzaak voor de afname op meerdere ontwikkelingen. Volgens hem stegen de inspanningen van de internationale gemeenschap om oplossingen te vinden voor de miljoenen ontwortelden. Ook wees hij op de voortdurende inzet van zijn organisatie en haar partners om langdurige vluchtelingencrises te helpen oplossen.

Lubbers noemde de statistieken zeer bemoedigend. Hij benadrukte dat bij zijn aantreden begin 2001 nog 21,8 miljoen personen onder het mandaat van de UNHCR vielen. Van de 17,1 miljoen personen die eind vorig jaar onder UNHCR-mandaat vielen waren er 9,7 miljoen vluchteling.

De grootste groep onder het UNHCR-mandaat bevond zich eind 2003 in Europa, namelijk 5,4 miljoen mensen. Afghanen vormen met zeker 2,1 miljoen betrokkenen in 74 asiellanden nog steeds de belangrijkste groep vluchtelingen, gevolgd door Sudanezen (606.000) en Burundezen (531.600). Overigens vallen onder de Afghanen niet vluchtelingen of migranten die in stedelijke gebieden in Pakistan leven. Volgens de recentste gegevens gaat het daarbij om 1,6 miljoen mensen.

De vijf belangrijkste asiellanden in 2003 waren Pakistan (1,1 miljoen), Iran (985.00), Duitsland (960.000), Tanzania (650.000) en de Verenigde Staten (452.000). Al deze landen zagen het aantal vluchtelingen dalen, met 2 tot 25 procent.

De VN-organisatie telde 1,1 miljoen vluchtelingen die al naar eigen land terugkeerden, 4,2 miljoen ontheemden die binnen eigen land op de vlucht sloegen, 233.000 teruggekeerde ontheemden, 995.000 asielzoekers en 912.000 anderen, onder wie statenlozen.

Asielverzoeken werden in 2003 door 807.000 personen ingediend in 141 landen. De meeste asielzoekers kwamen uit de Russische Federatie (38.900), China (37.100), Servië en Montenegro (36.700), de Democratische Republiek Congo (35.800), Turkije (33.800), Irak (32.100), Colombia (29.400), Afghanistan (22.4000) en Nigeria (21.3000).