Post is niet meer letterlijk ‘eigentijds’, maar zijn partita over het Gebed des Heren is een kleurrijk werk in een rationele stijl met de canon als dominant constructief element, inventief en welluidend. Het grote Kamorgel in Dordrecht laat zich in de voortreffelijke opname van Aad van der Waal van z’n doorzichtigste kant zien. Alle lijntjes liggen aan het oppervlak, en de luisteraar zit niet ín de akoestiek maar ervóór.

Ardesch levert een spontane improvisatie over ”Gij die ver voor ons uit” (gezang 559 Liedboek 2013), een modaal getinte melodie van Petzold. De opening biedt klanken zoals Messiaense vogelgeluiden, afgewisseld met statische akkoorden onder een melodische lijn. Volgende delen met korte motieven als dynamische factor vormen een brug naar de stijl van Matter en Welmers.

Welmers’ ”Von Gott will ich nicht lassen” uit 1988, met veertien minuten een hele zit, is een geraffineerd spel met drie citaten uit Bachs BWV 658. Een ode, getuige het B-A-C-H-motief aan begin en slot. Zeker zo boeiend is ”Vater unser” van Matter, een hedendaagse koraalfantasie in vier delen.

”Sequens” van Welmers wordt na een lange aanloop van ruim vijftien (!) minuten écht spannend als alle geesten uit de fles komen en de weergaloze, Dordt eigen bassen en vulstemmen hun klanken uit de bekers braken. Met dof gerommel daalt ”Sequens” uiteindelijk af in de krochten van Dordts Grote Kerk.

Art of Creation – Contemporary Dutch Compositions – Cor Ardesch; MPD-classic (18592205); € 15,-; bestellen: www.corardesch.nl