Opinie

Theologenblog: Sneeuw

Arnold Huijgen laat zich verrassen door de sneeuw. Via een van zijn kinderen, de profeet Jesaja en de dichter Willem Barnard.

Prof. dr. A. Huijgen
13 December 2017 13:55Gewijzigd op 16 November 2020 12:12
Prof. dr. Arnold Huijgen. beeld Peter Leenhouts
Prof. dr. Arnold Huijgen. beeld Peter Leenhouts

Het blijft bijzonder om te zien hoe een laagje sneeuw ons zo keurig georganiseerde land kan ontregelen. De conservatief in mij verheugt zich daarover: daar ga je dan, NS, met je strak geregisseerde nieuwe dienstregeling per 10 december. Daar ga je dan met je maakbaarheidsgedachte en je plannenmakerij.

Afgelopen zondag vroeg een van onze kinderen in de auto, op weg naar de kerk, of het in de Bijbel ook over sneeuw gaat. Omdat ik op het punt stond over Jesaja te gaan preken, dacht ik direct aan Jesaja 1 vers 18: „Al waren uw zonden als scharlaken, ze zullen wit worden als sneeuw.” Sneeuw gaat daar over reinheid, over vergeving. Het deed me denken aan het gedicht van Guillaume van der Graft (Willem Barnard):

Te wit om door te gaan

Het sneeuwt. Het is bevroren water,

het is verloren tijd, het is

andersomtaal, een zwijgzaam praten,

licht vallend uit de duisternis.

Het sneeuwt, het heeft met dood te maken

en met de klokken van voorbij,

er ligt vergeving op de daken

er is een toekomst buiten mij.

Mij treft in dit gedicht hoe Barnard vanuit de nuchtere, haast wetenschappelijke waarneming dat sneeuw bevroren water is, andere betekenissen in die sneeuw ontwaart. Hij noemt de sneeuw „verloren tijd”, oponthoud dus, en niet alleen voor het verkeer. Het is te wit om door te gaan — zou de titel dát betekenen: stagnatie in het verkeer?

Sneeuw heeft in de eerste strofe met tijd, taal, licht te maken. Sneeuw geeft andere geluiden, werkt dempend. En het is als licht dat uit de duisternis boven je valt.

Licht uit de duisternis, dat klinkt naar 2 Korintiërs 4 vers 6, naar God, Die gezegd heeft dat het licht uit de duisternis zou schijnen. Dat is merkwaardig gezegd, want normaal schijnt licht in de duisternis, om zo de duisternis te verdrijven. Maar alleen God kan scheppend het licht uit het duister te voorschijn roepen en zo alles omkeren en nieuw maken. Mogelijk zinspeelt Barnard hier ook op Gods scheppingsmacht, zoals je bij Job vindt, waar God aan Job vraagt of hij de schatkamers van de sneeuw wel heeft gezien (Job 38 vers 22).

In de tweede strofe wordt nog een stap verder gezet. Sneeuw heeft met dood te maken, met de vergankelijkheid die past bij de wintertijd. Maar sneeuw is ook zelf vergankelijk. Kerkklokken die luiden vanwege een begrafenis herinneren ons aan onze sterfelijkheid. Worden ze „klokken van voorbij” genoemd omdat er ook andere klokken zijn, sneeuwklokjes, die als lenteboden naar de toekomst wijzen?

Voor die toekomst moeten we kennelijk niet naar beneden kijken, maar naar boven, naar de daken. In wat ik beschouw als de mooiste zin uit het gedicht („Er ligt vergeving op de daken”) ligt het verband met Jesaja, waardoor ik op dit gedicht kwam. Onze zonden zijn nog roder dan de roodste dakpannen, maar we worden oogverblindend wit: „er ligt vergeving” klinkt als „er licht vergeving”.

Nu gaat de titel ook nieuw klinken: niet alleen zorgen oponthoud en overlast van de sneeuw ervoor dat het te wit is om door te gaan, maar de vergeving maakt het ook te wit om ongebroken door te gaan: „er is een toekomst buiten mij”. Er opent zich een nieuwe weg, een toekomst van vergeving, witter dan sneeuw. Niet ik doe een toekomst open, maar buiten mij is een toekomst die mij geschonken wordt.

In de theologie is het vaak oppassen dat we de „andersomtaal” niet verliezen. De eis van wetenschappelijke precisie, de discussie met natuurwetenschappers over „bevroren water” en de eisen van meetbaarheid zijn wel goed, maar ze vatten het eigenlijke geheim niet.

Goede theologie werkt vanuit het besef dat Gods toekomst onze taal anders structureert, onze werkelijkheid vernieuwt: omdat Christus is opgestaan, krijgen alle dingen nieuwe predicaten, worden alle dingen nieuw. Kijk maar eens naar de daken.

Prof. dr. Arnold Huijgen is hoogleraar systematische theologie aan de Theologische Universiteit Apeldoorn. Hij schrijft dit blog als lid van de gezamenlijke onderzoeksgroep BEST (Biblical Exegesis and Systematic Theology) van de Theologische Universiteiten in Kampen en Apeldoorn.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer