Geen ”license to kill” voor Erik O.
Nederlandse mariniers en commando’s, onder wie marinier Erik O., zouden betrokken zijn geweest bij geheime missies in het buitenland: het NOS Journaal bracht het deze week als groot nieuws. Het tumult over de geheime ”dodelijke missies” lijkt echter een storm in een glas water. Bovendien is het oud nieuws.
In de tv-uitzending werd gesproken over „dodelijke missies” met een ”license to kill”, operaties waarin de militairen toestemming zouden hebben om te doden. Marinier Erik O., die wordt beschuldigd van het doden van een Irakees, zou tijdens deze geheime operaties geleerd hebben buitensporig veel geweld te gebruiken.
De uitzending vertoonde nogal wat hiaten. Het meervoud -„dodelijke missies”- werd in de loop van het journaal enkelvoud. Van de suggestie dat bij de „dodelijke missies” in opdracht van de Nederlandse regering personen waren doodgeschoten, bleef weinig over. En om welke missie het ging, durfde het journaal niet te zeggen. Uit veiligheidsoverwegingen. Het verhaal had dan ook een hoog ”geloof me op mijn blauwe ogen”-gehalte.
Het ministerie van Defensie ontkende dinsdag dat militairen met een ”license to kill” op pad werden gestuurd. „Geen sprake van”, meldde minister Kamp van Defensie in een brief aan de Tweede Kamer. „Wel brengt de aard van speciale operaties met zich mee dat de dergelijke eenheden eerder in gevaarlijke situaties terecht kunnen komen dan reguliere eenheden.”
In zijn brief wees de minister erop dat de speciale eenheden zo veel mogelijk „optreden in het kader van reguliere internationale vredesoperaties.” Kamp verwees daarbij naar het optreden van commando’s in Afghanistan.
Nederland beschikt over verschillende gespecialiseerde aanhoudingseenheden, van zowel politie als krijgsmacht. Naast de recent opgerichte Groep Speciale Tactiek en Technieken van het Korps Commando Troepen (KCT) heeft het Nederlandse Korps Mariniers sinds 1974 een Bijzondere Bijstandseenheid (BBE), die getraind is in het arresteren van terroristen.
In 1997 maakte toenmalig minister van Defensie Voorhoeve bekend dat de BBE, samen met commando’s van de landmacht, twee oorlogsmisdadigers in Joegoslavië van hun bed had gelicht. Hoewel de minister verder geen mededelingen deed over operatie Amber Star, vertelde de verbijsterde vrouw van een van de gearresteerden dat de mariniers twee aan twee het huis binnen stormden. Van de deuren en ruiten bleef niet veel meer dan splinters en scherven over.
Waarschijnlijk maakte sergeant-majoor Erik O. deel uit van de BBE en nam hij deel aan operatie Amber Star. Van deze operatie is weinig bekend. Wel bestaat er een foto van de Nederlandse commandopost in Bosnië van waaruit de geheime operatie werd geleid. Het is niet bekend of Erik O. ook op deze foto te zien is. Een voorlichter van het Korps Mariniers deed daar gisteren geen uitspraken over. Uit veiligheidsoverwegingen zijn de gezichten van de mariniers en commando’s, onder wie een hoge officier in een semi-militaire uitrusting, onherkenbaar gemaakt.
De geheimzinnig streepjes over de ogen van de militairen zijn overigens bittere noodzaak. De eerste commandant van de eenheid werd thuis bedreigd nadat hij herkenbaar op de voorpagina van een krant had gestaan. En eind jaren zeventig moest een Molukse marinier worden ontzet door zijn collega’s nadat andere Molukkers erachter kwamen wat hij voor werk deed. Het ministerie van Defensie probeerde dan ook niet voor niets de uitzending van het journaal te voorkomen.
Erik O. zou voor deelname aan deze operatie een koninklijke onderscheiding hebben gekregen. O. is daarmee niet de enige. Recent ontvingen enkele mariniers een ”operationeel getinte” onderscheiding. Het is niet onwaarschijnlijk dat deze onderscheiding te maken heeft met operatie Amber Star. Daarmee ontvingen de militairen een publieke erkentenis voor hun geheime werk.