VS en Irak oneens over Saddam Hussein
De Verenigde Staten en de Iraakse overgangsregering in Bagdad zijn het oneens over de uitlevering van de voormalige Iraakse president Saddam Hussein. Washington wilde dinsdag geen tijdstip geven, terwijl de Iraakse interim-premier al-Allawi stelde dat de ex-dictator nog voor de machtsoverdracht op 30 juni in Iraakse handen komt om hem te berechten.
Volgens de Amerikaanse president Bush volgt de overdracht van Hussein op een „geschikt tijdstip.” Hij zei er zeker van te willen zijn dat de voormalige dictator achter de tralies blijft na de overdracht. „We willen niet dat Saddam Hussein om de een of andere reden niet voor het gerecht verschijnt”, aldus Bush.
Een woordvoerder van het Amerikaanse bestuur in Irak sloot een uitlevering voor eind deze maand praktisch uit. Volgens hem is een dergelijke stap niet mogelijk omdat Irak voor die datum nog geen soevereine regering heeft.
Iraakse opstandelingen lijken steeds vaker de oliesector in het land te kiezen als doelwit, om zo Irak financieel zo hard mogelijk te treffen. Dinsdag en maandag pleegden rebellen op twee plaatsen aanslagen op belangrijke oliepijpleidingen en richtten veel schade aan aan het netwerk.
Bovendien is woensdagmorgen het hoofd van de beveiliging van de oliebronnen rond de Noord-Iraakse stad Kirkuk vermoord. Ghazi al-Talabani werd met kogels doorzeefd. Dit heeft de politiechef van Kirkuk, generaal Yussef, laten weten. Al-Talabani was op slag dood toen hij met kogels werd doorzeefd. Een van zijn lijfwachten raakte ernstig gewond. Het slachtoffer was familie van Koerdenleider Jalal Talabani.
Volgens de autoriteiten is de olie-export door de aanslagen van dinsdag praktisch tot stilstand gekomen.
Bij de Noord-Iraakse stad Kirkuk explodeerde dinsdagavond een bom onder een leiding die van belang is voor de export naar Syrië en Turkije. Na de ontploffing brak er brand uit.
De Amerikaanse strijdkrachten meldden ook sabotage aan de centrale pijpleiding naar de Zuid-Iraakse stad Basra. De leiding lekte olie. De pijpleiding was maandag al doelwit van een aanslag geweest.
Irak is voor zijn inkomsten voor 90 procent afhankelijk van de export van ruwe olie. Om die veilig te stellen, is een veiligheidsmacht van 14.000 man in het leven geroepen om de infrastructuur te beschermen. Die inspanningen zijn tot nog toe grotendeels vruchteloos gebleken. De belofte van de nieuw aangestelde minister van Olie, Thamir Ghadbhan, om voor de soevereiniteitsoverdracht op 30 juni 2 miljoen vaten per dag te exporteren, is door de jongste aanslagen onhaalbaar geworden.
Deze zomer treedt generaal George W. Casey jr. aan als de nieuwe Amerikaanse bevelhebber in Irak. De opvolger van Ricardo Sanchez krijgt de moeilijke taak de multinationale troepenmacht te leiden na de machtsoverdracht van 30 juni. Casey geldt als een daadkrachtig militair die goede banden heeft met minister van Defensie Donald Rumsfeld.
Casey is sinds oktober plaatsvervangend chef-staf van de Amerikaanse landmacht. Volgens Amerikaanse defensiedeskundigen is zijn aantreden in Irak een logische stap en niet controversieel. Casey heeft, net als overigens zijn vader, een lange staat van dienst binnen de Amerikaanse strijdkrachten. Hij diende in onder meer Duitsland, Italië en Egypte. Hij gaf ook leiding aan verscheidene landmachtonderdelen in onder meer Bosnië.
Hij was eerder dertien maanden actief in Irak. De functionarissen benadrukten eerder dat Sanchez’ vervanging niets te maken heeft met het misbruik van Iraakse gedetineerden door Amerikaanse militairen in de Abu Ghraib-gevangenis.
De generaal, sinds 1970 in dienst van de strijdkrachten, zei in maart tegen een commissie van de Senaat dat hij de internationale strijd tegen het terrorisme als de belangrijkste opdracht beschouwt van de Amerikaanse defensiemacht. „Ons land en het leger zijn in oorlog. Onze soldaten zetten hun fantastische werk voor dit doel in de wereld voort”, zei hij tegen de senatoren.
De hoge militair studeerde internationale betrekkingen aan de universiteit van Denver en hij zette zich ook in voor het bevorderen van de transatlantische relaties. Casey geldt als een vertrouweling van generaal Richard Myers, de hoogste militair in de Verenigde Staten.
De Verenigde Staten zullen zich niet verzetten tegen een rol in de Iraakse politiek van de sjiitische geestelijke Muqtada al-Sadr. Dat zei de Amerikaanse president Bush dinsdag. Al-Sadr begon ruim twee maanden geleden een opstand tegen de coalitietroepen in Irak.
Bush zei dat de Iraakse interim-regering moet beslissen of al-Sadr op het politieke toneel van Irak gaat verschijnen. „Zij zijn soeverein. Wanneer we zeggen dat we de volledige soevereiniteit overdragen, dan bedoelen we ook de overdracht van de volledige soevereiniteit”, aldus Bush.
De VS willen al-Sadr oppakken in verband met de moord vorig jaar op een collega-geestelijke. De Amerikaanse bevelhebber in Irak, luitenant-generaal Sanchez, heeft eerder gezegd hem te willen „doden of gevangennemen.” Inmiddels hebben beide partijen een fragiel bestand bereikt. Al-Sadr heeft te kennen gegeven een rol in de politiek te overwegen. De Iraakse interim-president Ghazi al-Yawar zei dat de geestelijke de politiek in kan gaan als aan twee voorwaarden is voldaan. Hij moet niet betrokken zijn geweest bij de moord op de geestelijke en hij moet zijn militie opheffen.
Volgens een opiniepeiling die de Amerikaanse bezettingsmacht onder 1093 burgers van Bagdad heeft laten uitvoeren, vinden de meeste Irakezen dat de veiligheid in het land gebaat is bij een vertrek van de Amerikanen. Slechts 11 procent van de Irakezen heeft vertrouwen in de coalitie. Meer dan de helft van de ondervraagden gelooft dat alle Amerikanen zich zo gedragen als de militairen die Iraakse gevangenen mishandelen.
Ruim zes op de tien Irakezen denken dat de situatie in hun land beter wordt als de Irakezen de macht hebben overgenomen. Bijna de helft van de Irakezen voelt zich in zijn eigen wijk onveilig. Vijfenvijftig procent denkt dat een vertrek van de Amerikanen de situatie direct veiliger zou maken.
De Iraakse regering, die op 30 juni aantreedt, eist dat de Verenigde Staten het Republikeins Paleis in Bagdad ontruimen. Het voormalige paleis van Saddam Hussein wordt nu gebruikt als hoofdkantoor van de bezettingsmacht. Het paleis is „een symbool van de Iraakse soevereiniteit”, zei president al-Yawer.