De VEB verklaarde dinsdag dat het de periode uitbreidt waarover het onderzoek moet plaatshebben. De VEB wilde eerder alleen kijken naar de periode van 23 september 1999 tot en met 18 december 2003. Nu wil de beleggersclub dat verbreden naar 1 januari 1998 tot en met 18 december 2003.

De VEB is tot deze slotsom gekomen omdat Ahold het in een schrijven heeft over de problemen bij het samenvoegen van de resultaten van verschillende dochterondernemingen. Bij Ahold kwam vorig jaar aan het licht dat er geheime afspraken waren gemaakt, waardoor resultaten van een Scandinavische dochter niet bij die van het Ahold-concern geteld mochten worden. Volgens de VEB gaf Ahold in dat schrijven aan dat het al veel langer wist van de problemen.

Verder eist de club van kleine beleggers dat er maatregelen komen zodat Ahold geen overeenkomsten mag sluiten met oud-bestuurders of andere betrokken partijen zoals het accountantskantoor Deloitte Accountants. Als Ahold dat wel doet, kan dat gevolgen hebben en dat kan de belangen voor de partijen schaden.

Morgen verschijnen de betrokkenen voor de Ondernemingskamer. De vraag is of er een onderzoek komt naar wanbeleid bij de supermarktketen. Ahold heeft te maken gehad met grootschalig geknoei met boeken. Als er een onderzoek komt waaruit blijkt dat er wanbeleid is gevoerd, is er een extra argument tot het eisen van schadevergoeding.

Het juridische gevecht breidt zich steeds verder uit. Ahold krijgt nu hulp van de Amerikaanse advocaat Andrew Entwistle, die onder meer het pensioenfonds van de staat Colorado vertegenwoordigt.

Ahold wijst de nieuwste verzoeken van de VEB tot het treffen van onmiddellijke voorzieningen en tot uitbreiding van de onderzoeksperiode met kracht van de hand. Het bedrijf zal dit morgen nader toelichten, aldus het concern gisteren in een reactie.

Ahold benadrukt nogmaals het belang om lopende procedures en onderzoeken in binnen- en buitenland zo spoedig mogelijk te beëindigen met zo min mogelijk schade voor Ahold en haar aandeelhouders.

De VEB eist dat Ahold geen overeenkomsten sluit met oud-bestuurders of andere betrokken partijen. Ahold is het hiermee oneens: „Er moet slagvaardig kunnen worden opgetreden en regelingen moeten kunnen worden getroffen indien dat mogelijk en verantwoord is.”

Deze eis van de VEB staat volgens Ahold haaks op het belang van aandeelhouders. „Een dergelijk moratorium zou immers betekenen dat Ahold tot in lengte van jaren wordt geconfronteerd met procedures en onderzoeken die zij veel eerder op gunstige condities had kunnen afronden.”