In de Week van het Leven staat het gebed voorop
De samenleving is er inmiddels helemaal aan gewend: Jaarlijks worden in ons land duizenden ongeboren kinderen in de moederschoot gedood. Abortus provocatus is de normaalste zaak van de wereld geworden.
In de Week van het Leven vragen de samenwerkende prolifeorganisaties en enkele politieke partijen op verschillende manieren aandacht voor de beschermwaardigheid van het leven. Daarmee willen ze onder de aandacht brengen dat abortus provocatus en andere vormen van aantasting van het menselijk leven niet normaal zijn en ingaan tegen het gebod van God.
Dat die boodschap in de samenleving op weerstand stuit, blijkt onder andere uit de klachten die inmiddels bij de Reclame Code Commissie zijn ingediend naar aanleiding van het radiospotje voor de Week van het Leven. De moderne libertijn wil niet met de tegenstem van de prolifebeweging worden geconfronteerd.
Ieder die de Bijbelse gedachte van de beschermwaardigheid van het leven aanhangt, zal ervan overtuigd zijn dat het van levensbelang is om zich tegen elke aanval op het menselijk leven te keren. Daarbij staat voorop dat de Heere God gevraagd moet worden om hulp en bijstand. Op verschillende plaatsen in de Bijbel smeken profeten en psalmdichters de Heere om in te grijpen, zodat het kwaad wordt gestopt. Bij dat gebed past het besef dat God niet verplicht is om iets te doen. Hij kan een mens, een land een volk overgeven aan de verharding. Vanwege hun eigen schuld – ook de schuld van christenen die moeten erkennen nalatig te zijn geweest.
Maar staande op dat fundament is het ook nodig om de boodschap van het leven uit te dragen in de samenleving opdat mensen zich bewust worden van het kwaad van abortus. Vandaar dat de Mars voor het Leven steun verdient. Waarbij moet worden aangetekend dat deze optocht, anders dan de term “mars” doet vermoeden, vooral een waardig en stil getuigenis wil zijn. Met die intentie drukken de initiatiefnemers uit dat er van hun strijdbaarheid niets valt te verwachten. Maar zij organiseren de mars opdat de samenleving niet kan zeggen: We hebben het niet geweten.
Positief is dat de Week van het Leven voortgekomen is uit een breed samenwerkingsverband. In de strijd tegen de ethische verloedering van de samenleving is dat nodig. Toen in 1976 het verzet op gang kwam tegen de eerste abortuswet van ons land schreef ds. A. Vergunst, predikant van de Gereformeerde Gemeenten, dat in de strijd tegen dit kwaad elke hulp welkom was, van welke godsdienstige of politieke achtergrond dan ook.
Daarom ontving de rooms-katholieke pater Koopman, die jarenlang protesteerde tegen de abortuspraktijk, binnen reformatorische kring positieve waardering. Zijn vastberadenheid, ondanks spot en smaad, werd meer dan eens in kerkelijke organen en in preken als voorbeeld genoemd.
Zaterdag wordt de Week van het Leven afgesloten. Laat dat voor niemand ongemerkt voorbijgaan. Het is noodzaak dat ieder daarbij zijn bidvertrek opzoekt om de nood van ons land en de eigen schuld daaraan voor de Heere neer te leggen. Maar wie daarvoor de vrijmoedigheid en gelegenheid heeft, doet er goed aan naar Den Haag te gaan om daar zwijgend zijn stem te laten horen. En wie thuisblijft? Die kan nogmaals vragen of de Week van het Leven een bewustwording bij voorstanders van abortus op gang brengt.