Nizjni Novgorod is niet meer gesloten voor buitenlanders
Aleksandr Speranski staat oog in oog met een buitenlandse journalist. Zomaar ineens. Dat was in de tijd van de Sovjet-Unie ondenkbaar.
In 1959 viel het besluit om de stad Nizjni Novgorod (toen Gorki geheten, naar de schrijver Maksim Gorki) voor buitenlanders af te sluiten. De stad had defensie-industrie in zijn midden en het Kremlin had geen trek in pottenkijkers.
Maar Speranski stond daar niet bij stil. „Want ik ontmoette toch wel buitenlanders. Als ik naar Moskou ging, liep daar van alles rond: Amerikanen, Afrikanen. Toen na het einde van de Sovjet-Unie de eerste buitenlanders onze stad bezochten, ging dat langs me heen. Het was net als met de computer. Die kwam er op een dag, maar je weet niet precies wanneer en nu zie je hem overal.”
Nizjni Novgrorod ligt 400 kilometer ten oosten van de Russische hoofdstad Moskou. De Sovjet-Unie telde meer van zulke gesloten steden waarin geen buitenlander een stap mocht zetten. Toen het communistische rijk in 1991 ineenzeeg, openden deze plaatsen zich voor vreemdelingen.
Anno 2017 reis ik zonder problemen af naar Nizjni Novgorod. Ik wandel door een poort aan de Bolsjaja Pokrovskaja en kom in de autovrije hoofdstraat met winkels, theaters, cafés en sierlijke panden. En zo beland ik in de kunstgalerie en platenwinkel van Speranski, waar hij naar muziek luistert met vriend Gleb Firsov.
De toegang tot de galerie bedraagt 30 roebel, want het is eigenlijk een klein museum. Een kamer is ingericht met meubilair uit de Sovjet-Unie. In een andere ruimte staat apparatuur uit de Sovjettijd: radio’s, cassetterecorders en platenspelers. „Ze doen het nog allemaal”, zegt Speranski trots.
Elke maand loopt er wel een buitenlander zijn galerie binnen. Onder meer uit China, Frankrijk, Duitsland. Meestal vinden ze een manier om met elkaar te communiceren, wanneer ze elkaars taal niet beheersen. Alleen met Chinezen blijft het lastig, lacht Speranski.
In café Al Capone aan de Bolsjaja Pokrovskaja kijken de barman en de gastvrouw me licht verbaasd aan als ik vraag naar het gesloten Nizjni Novgorod. Dat gold niet voor hun stad, reageren ze. Maar als ik even naar de wc ben, zoeken ze het na op internet. De barman zegt: „Inderdaad, Nizjni Novgorod was niet toegankelijk voor buitenlanders.”
De 19-jarige serveerster Nastja Jagodkina weet weinig van die tijd. Haar (groot)ouders praten er niet over. Het leven is verder gegaan. Ook kwam ze deze periode niet tegen in de schoolboeken. Ze hoorde er pas over toen een docent uit eigen wil erover vertelde.
Ze telt de zegeningen van het opengestelde Nizjni Novgorod. Internationale bedrijven komen hier om te investeren, legt ze uit, en dat levert werk op voor de bevolking. Op de universiteit zitten buitenlandse studenten met wie ervaringen kunnen worden uitgewisseld.
Volgend jaar volgt het klapstuk. Rusland is dan het gastland van het WK voetbal en Nizjni Novgorod is zelfs een van de speelsteden. Dan zal het overal vollopen met voetbalsupporters, die inkomsten voor de stad meebrengen.
Nastja is zelf nog nooit in het buitenland geweest. „Daar hebben we thuis geen geld voor.” Maar volgend jaar zal ze dan toch de kans krijgen om andere culturen te leren kennen.