Geen consensus over aanvullende verzekering
Twee grote zorgverzekeraars, CZ en Menzis, hebben net als De Nederlandsche Bank (DNB) zorgen over de betaalbaarheid van de aanvullende zorgverzekering. DNB schreef in een rapport dat de aanvullende zorgverzekering op termijn dreigt te verdwijnen. Maar volgens branchegenoot VGZ is er niets aan de hand.
DNB constateert in een rapport dat mensen alleen nog een aanvullende polis nemen als ze verwachten van die extra zorg gebruik te maken. Hierdoor zouden sommige polissen verlieslatend zijn voor verzekeraars. Door dit „veranderende klantgedrag” verkleinen verzekeraars de dekking, waarmee mogelijk de toegankelijkheid van zorg in het geding komt, waarschuwt DNB.
Zorgverzekeraars CZ en Menzis vinden net als DNB dat het systeem tegen het licht gehouden zou moeten worden. „We zien dat mensen zich specifiek voor iets verzekeren, bijvoorbeeld een flapoorcorrectie, en vervolgens het jaar erop opzeggen. Maar de kosten van de operatie zijn veel duurder dan de opbrengsten van de premie van die klant. Dat is dan uiteindelijk niet betaalbaar”, zegt een woordvoerder van CZ.
Als verzekerden zo gecalculeerd te werk gaan bij het uitzoeken van hun pakket, dan brengt dit volgens Menzis-topman de „houdbaarheid van de aanvullende verzekering als product” in het geding. „Het wordt dan een vorm van sparen in plaats van verzekeren”, zegt hij. CZ onderzoekt oplossingen, zoals het aangaan van contracten voor een langere periode.
Een andere grote zorgverzekeraar, VGZ, kan zich niet vinden in de analyse van DNB. „Het systeem functioneert prima”, aldus een woordvoerder. Zorgverzekeraars Nederland (ZN) verwacht niet dat de aanvullende verzekering zal verdwijnen. De koepelorganisatie stelt dat deze van groot belang is voor veel verzekerden om de toegang tot de zorg te borgen, ook zorg die niet in de basisverzekering zit.