Tech verpest belastingfeestje Wall Street
De aandelenbeurzen in New York zijn met een wisselend beeld de dag uitgegaan. Beleggers begonnen goedgemutst aan de handelsdag nadat de langverwachte belastingplannen van president Donald Trump afgelopen weekend werden goedgekeurd in de Senaat. Technologiebedrijven gingen echter opnieuw onderuit op zorgen over hun waardering en zetten daarmee het sentiment onder druk.
De toonaangevende Dow-Jonesindex sloot 0,2 procent hoger op een recordniveau van 24.290,05 punten. De brede S&P 500 daalde 0,1 procent naar 2639,44 punten. Technologiebeurs Nasdaq verloor 1,1 procent tot 6775,37 punten.
Beleggers keken al lang uit naar de belastinghervormingen, die als positief worden gezien voor het Amerikaanse bedrijfsleven. Het in de Senaat goedgekeurde wetsvoorstel van bijna vijfhonderd pagina’s moet nog wel worden afgestemd op een voorstel dat eerder in het Huis van Afgevaardigden groen licht kreeg.
Onder meer financiële fondsen sponnen garen bij de aanstaande belastinghervormingen. De banken Goldman Sachs, Wells Fargo, Bank of America en JPMorgan Chase stegen 0,7 tot 3,4 procent. Ook retailbedrijven profiteerden. Zo wonnen Nordstrom, JC Penney, Target en Kohl’s tot 5,1 procent.
Techbedrijven als Apple, Alphabet, Netflix en Microsoft zakten 1,3 tot 3,8 procent. De chipbedrijven Micron, Nvidia en AMD kregen er met verliezen tot 6,5 procent nog meer van langs.
Verder speelde overnamenieuws een belangrijke rol. Apothekersconcern CVS Health daalde ruim 4,5 procent op de aankondiging 69 miljard dollar te willen betalen voor zorgverzekeraar Aetna (min 1,4 procent). Als de fusie doorgang vindt dan ontstaat een gezondheidsgigant met alles in eigen hand: een apotheek, een verzekeraar en klinieken.
General Cable werd ruim 35 procent meer waard. De Italiaanse branchegenoot Prysmian meldde zich voor een overname van het kabelbedrijf. De aandeelhouders en toezichthouders moeten hun oordeel nog vellen over de deal, maar verwacht wordt dat deze in het derde kwartaal van volgend jaar wordt afgerond.
De euro was 1,1858 dollar waard, tegen 1,1857 dollar bij het sluiten van de Europese beurzen eerder op de dag. Een vat Amerikaanse olie werd 1,6 procent goedkoper op 57,45 dollar. Brentolie kostte 2 procent minder op 62,44 dollar per vat.