„Je geeft nieuw leven, geen mooier gebaar”
Hij werkt, sport, reist. En bovenal: hij kan zijn baby zien opgroeien. Kortom: hij leeft weer, dankzij een nieuw hart. ’Hij’, dat is een man van begin twintig, een patiënt van Jasper Brugts, transplantatiecardioloog van het Erasmus Medisch Centrum in Rotterdam. „Die man was ernstig invalide, kon door hartfalen niets meer en zou snel zijn gestorven. Nu loopt hij als trotse papa met een glimlach door de polikliniek. Hij heeft zijn leven weer opgepakt”, aldus Brugts.
Brugts en zijn collega’s vervangen een paar keer per maand het hart van iemand die ernstig ziek is. Die ingreep werd zondag vijftig jaar geleden voor het eerst uitgevoerd, op 3 december 1967 in het Groote Schuur-hospitaal in Zuid-Afrika.
De eerste ontvangers stierven kort na de operatie. Dat is sindsdien flink verbeterd. De meeste mensen hebben nog jaren voor de boeg na een transplantatie. Volgens cijfers van het Erasmus is de helft van de ontvangers na vijftien jaar nog in leven. En er zijn mensen die al dertig jaar met een gedoneerd hart leven. Dat komt onder meer door betere medicijnen tegen afstoting en door cholesterolremmers. Volgens Brugts is dat de grootste vooruitgang van de afgelopen vijftig jaar.
Niet elk hart kan worden getransplanteerd. Er zijn strenge voorwaarden. Zo moet de donor hersendood zijn. De hersenen doen dan niets meer, dat is onomkeerbaar, maar het hart klopt nog wel. Bovendien moet het hart passen bij de ontvanger: een klein meisje kan niet het hart van een dikke oudere man krijgen. Het donorhart mag niet al problemen hebben, zoals een vernauwde kransslagader. En de bloedgroep moet passen.
De medische wetenschap staat niet stil. Brugts verwacht veel van een nieuwe techniek die in ontwikkeling is, waarbij zelfs harten die niet meer kloppen, kunnen worden gebruikt. „Zo zouden we meer mensen kunnen redden.”
In de toekomst hebben meer mensen een nieuw hart nodig, verwacht de cardioloog. De levensverwachting gaat omhoog en meer mensen komen in de fase waarin ze acuut een nieuw hart nodig hebben. De wachtlijst groeit ook doordat patiënten het soms langer volhouden, dankzij technieken als een steunhart. Verder zijn er meer hart- en vaatzieken, bijvoorbeeld door overgewicht en hoge bloeddruk.
Brugts is groot voorstander van een register waarbij iedere Nederlander automatisch donor is. Wie dat niet wil, moet zich uitschrijven. Nu is het nog andersom: wie wil doneren, moet zich aanmelden. „Het ligt politiek gevoelig en is emotioneel beladen. Maar er is zo’n enorm tekort aan harten, mensen gaan dood in afwachting van een nieuw hart. Dat kunnen jonge mensen zijn die nog een heel leven voor zich hadden. Er is geen mooier gebaar dan het afstaan van je hart, je geeft iemand een nieuw leven.”