Kerk & religie

Weeskinderen India kunnen catechismus wel dromen

Hij groeide op in een weeshuis in India. Hier kwam ds. Jacob (zijn Hindoestaanse familienaam is Gopalswamy) in aanraking met het christelijk geloof. Het zou zijn leven gaan stempelen. Zozeer dat hij in 2009 het Calvin Institute of Theology oprichtte. Honderden studenten ontvangen via deze opleiding Bijbels onderwijs.

JBGG
1 December 2017 19:24Gewijzigd op 16 November 2020 12:06
Een christelijk kerkje in het Indiase Hyderabad. beeld Wilbert van Saane
Een christelijk kerkje in het Indiase Hyderabad. beeld Wilbert van Saane

Jacob is predikant in een gereformeerde kerk in India en directeur van het Calvin Institute of Theology in de Indiase stad Hyderabad. Met zijn vrouw Jackie heeft hij twee zoons. De oudste rondde recent zijn studie medicijnen af, de jongste studeert management. „De Heere heeft ons de verantwoordelijkheid gegeven om deze twee jongens op te voeden tot Zijn eer.”

Op tweejarige leeftijd werd Jacob wees. „Ik was twee jaar, mijn zus drieënhalf en mijn broertje zes maanden oud toen onze ouders door een ongeluk om het leven kwamen. Onze familieleden waren niet bereid om ons op te nemen in hun gezin. Zij beschouwden ons als kinderen die het lot niet goedgezind was en bovendien hadden ze geen ruimte voor ons. Daarom werden we achtergelaten.

Toen kwam in ons dorp een evangelist preken. Hij vond ons drieën aan de kant van de weg en bracht ons naar een christelijk weeshuis dat werd ondersteund door de hulporganisatie Red een Kind. We hebben daar een goede tijd gehad. De mensen die ons opvingen, vertelden over Jezus Christus. Ze verkondigden, zo begreep ik later, weliswaar een arminiaanse leer, maar leerden ons ook christelijke normen en Bijbelse waarheden.”

Calvijn

„Toen het tijd was om een studie te kiezen, heb ik veel nagedacht. Op een gegeven moment las ik Job 4:20: „Van de morgen tot de avond worden zij vermorzeld; zonder dat men er acht op slaat, vergaan zij in eeuwigheid.” Ik voelde dat de Heere me riep en me duidelijk maakte dat ik in Zijn dienst moest gaan werken en preken.

Daarom ging ik theologie studeren aan de theologische universiteit in Calcutta, die was opgericht door de Britse zendeling William Carey. Ik studeerde net zoals iedereen daar, maar wist niets over gereformeerde theologie. Totdat ik in het vijfde jaar van mijn studie kwam. Een vrouwelijke hoogleraar gaf ons de opdracht een paper te schrijven over een theologisch onderwerp. Zij wilde liever niet dat we zelf een onderwerp uitzochten, omdat het ene mogelijk gemakkelijker dan het andere zou zijn. Daarom schreef ze thema’s op papiertjes en deed die in een doos. Vervolgens gaf ze ons opdracht om een papiertje te trekken, één voor één. Toen ik een papiertje pakte, stond er ”Johannes Calvijn” op.

Ik had nog nooit van die naam gehoord. Dus ging ik naar de bibliotheek om informatie over hem te krijgen, voor mijn paper. Maar de bibliothecaris vertelde mij dat ze geen boeken van en over Johannes Calvijn hadden. Hij adviseerde me er encyclopedieën op na te slaan.

In drie van deze boeken werd heel kort iets gezegd over Calvijn. Dat was niet genoeg voor mijn paper. Dus ging ik terug naar mijn hoogleraar en vroeg haar om mij een ander onderwerp te geven. Maar dat wilde ze niet. Ze zei wel: „Ik weet een locatie waar ze heel veel boeken hebben over Calvijn. Aan de andere kant van de rivier, een rooms-katholieke theologische opleiding.

Inderdaad kreeg ik daar veel informatie over Calvijn. Maar je weet wat rooms-katholieken over hem zeggen. Ik maakte mijn paper en de dag kwam dat ik mijn onderwerp moest presenteren voor de andere studenten. Ik vertelde hun dat ik niet geloofde in wat deze persoon, Calvijn, zei. Eigenlijk begreep ik hem helemaal niet.

Na verloop van tijd dacht ik niet meer aan de paper. Maar in mijn hoofd hoorde ik steeds de stem die sprak over de soevereiniteit van God, de val van ons mensen en de zondige natuur. Sommige van die ideeën en het theologisch belang daarvan vond ik erg moeilijk te vatten. De zondige natuur van mensen, maar ook de gedachten over het verbond, de uitverkiezing. Toch keerden al deze zaken steeds terug in mijn gedachten.”

Trouwerij

„Nadat ik mijn studie in Calcutta had beëindigd, keerde ik terug naar het weeshuis in het zuiden van India. De beheerder van het weeshuis zei: „Nu je klaar bent met je studie moet je gaan trouwen.” Er was een meisje uitgezocht. Dat was in 1993. De trouwerij moest na zes weken plaatsvinden. Het Nederlandse echtpaar dat het meisje financieel had geadopteerd beloofde ook te komen. Ik ging daarmee akkoord, was ook heel blij dat ze de bruiloft bijwoonden. Na het feest zeiden ze: „In India is het de gewoonte dat de vader van de bruid een geschenk geeft aan de bruidegom. Wat zou je willen hebben?”

Ik vroeg: „Bent u lid van een gereformeerde kerk? Toen de man daarop bevestigend antwoordde, vertelde ik hem dat ik graag meer over Calvijn wilde lezen, omdat ik steeds aan hem moest denken. Hij zei: „Ik heb nu niets bij me, maar zal ervoor zorgen dat je die boeken krijgt.””

Catechismus

„Na drie maanden ontving ik per post –e-mail had je nog niet– onder meer de Drie Formulieren van Enigheid: de Nederlandse Geloofsbelijdenis, de Heidelbergse Catechismus en de Dordtse Leerregels. Ik begon erin te lezen.

Mijn hele leven lang, ook in het kindertehuis, had ik me alleen en eenzaam gevoeld. Ik was een weesjongen en er was niemand speciaal in mijn leven. Maar toen ik in de Heidelbergse Catechismus begon, las ik vraag en antwoord 1: Wat is uw enige troost in leven en in sterven? Het antwoord zegt dat we niet onszelf toebehoren, maar dat ons lichaam en onze ziel van de Zaligmaker zijn. Dat greep me aan. Mijn hele leven, van mijn kindertijd af aan, had ik het gevoel gehad dat ik van niemand was en bij niemand hoorde. En nu was er iemand die zei: „Nee, je behoort Hem toe. Hij houdt je vast.” Hij is altijd bij mij. Daar kreeg ik veel troost uit. Geloof me, ik heb de catechismus in korte tijd zo’n honderd keer gelezen.

Meer en meer moest ik eraan denken dat dit boek nooit vertaald was voor de Indiase bevolking. Daarom heb ik in 2006 een vertaling gemaakt in het Tamil en hebben we ongeveer 7000 boekjes laten drukken. Deze zijn verspreid in de dorpen.

Op dit moment telt onze kerk, de Reformed Church in India, 52 gemeenten, waarin de catechismus een belangrijke plaats inneemt. We geven de boeken over de catechismus gratis weg en iedereen die er vragen over heeft, is bij ons welkom.

Ik heb een vriend die lid was van een methodistenkerk en gaf hem de boekjes met de Drie Formulieren van Enigheid. Na een tijdje vroeg ik hem of hij ze gelezen had en hoe hij ze vond. Hij noemde ze Bijbels omdat alles wat erin staat, verwijst naar de Bijbel. Dus vroeg ik hem: „Als ze zo Bijbels zijn, wat weerhoudt je ervan om te geloven wat erin staat?” Hij zei: „Nee ik kom uit een andere traditie, die van de methodisten.” Waarop ik reageerde: „Kijk dan ook goed naar die traditie.”

Na enige tijd zei mijn vriend: „Jacob, ik moet nu mijn hart volgen, dat zegt dat dit boek de waarheid spreekt.” Nu is hij lid van onze kerk.

De catechismus speelt een cruciale rol in mijn persoonlijk leven en ook in het kindertehuis in Chennai waaraan ik leidinggeef. Alle kinderen in het tehuis hebben de catechismus uit het hoofd geleerd. Alle 52 zondagen. Je kunt iedereen roepen, op welk moment dan ook, en vragen om vraag en antwoord 31 op te zeggen. Ze zullen het zo doen. We leren de catechismus en ontvangen er ook veel troost uit. We danken de Heere voor dit voorrecht.”

Theologische school

„Op 4 juni 2009 is de theologische school Johannes Calvijn gestart, in de stad Coimbatore. Vier dagen later, op 8 juni, stormden 200 fanatieke hindoes ons schoolgebouw binnen terwijl ze riepen: „India is voor de hindoes.” Intussen vernielden ze de computers, een bureau en tafels. Daarom konden we daar niet langer blijven en verhuisden we naar Chennai. Van Chennai verhuisden we naar Hyderabad. Tot nu toe hebben meer dan 350 studenten hun studie hier afgerond.

Een belangrijk aspect van onze opleiding is het praktijkonderwijs. Ieder jaar gaan studenten voor drie à vier weken naar een van de kerken, meestal onze eigen gemeenten, om les te geven aan jongeren van 12 tot 21 jaar.

Elk jaar ook komen meer dan 4000 scholieren en studenten van allerlei kerkelijke denominaties en kindertehuizen tien dagen bij elkaar zodat de theologische studenten hun kunnen lesgeven over de catechismus. Onze studenten geven ook Bijbellessen en leren psalters aan. In die tien dagen horen jongeren over Jezus Christus. Ze stellen vragen over de Bijbel en lezen de Bijbel.

De kerk is gegroeid en heeft Gods Woord als sterk fundament, en de catechismus als belijden. Hiervoor zijn we heel dankbaar. We gaan door met het onderwijzen van de jonge generatie. Er zal een tijd komen waarin deze kinderen hun geloof kunnen verdedigen. De kerk zal volwassen genoeg zijn om een valse leer die dreigt binnen te dringen, te weerleggen.”

Christopher: Catechismus helpt mij mijn geloof te verdedigen

Christopher (zijn achternaam is om veiligheidsredenen weggelaten), student aan het Calvin Institute of Theology in het Indiase Hyderabad: „Omdat ik in mijn studie onderzoek doe naar andere religies, is de Heidelbergse Catechismus voor mij erg belangrijk. In de toekomst zal ik vaak met andersgelovigen in gesprek gaan. Als ik geen antwoorden heb op hun vragen kan ik mijn geloof verliezen. De catechismus helpt mij mijn geloof te verdedigen, mijn Christus te verdedigen. De Bijbel is een dik boek en ik kan niet alles lezen, maar de catechismus vat de inhoud van de Bijbel samen.

Het christendom is beter dan welke andere godsdienst ook. Als student bestudeer ik allerlei verschillende godsdiensten. Als je aan een moslim vraagt: „Ben jij gered? Ga je naar de hemel?” zal hij zeggen: „Inshaallah.” Dat betekent: als God het wil. Moslims kunnen geen zekerheid krijgen.

Als je deze vraag aan een hindoe stelt, zal hij zeggen: „Dat hangt van mijn karma af.” Zijn goede daden dus.

Maar als je deze vraag aan een christen stelt, mag hij voluit antwoorden: „Ja, ik ga naar de hemel omdat ik hiervan verzekerd mag zijn.” Ik tref deze zekerheid in geen enkele andere godsdienst aan.

In het hindoeïsme heb je de vier kasten. Ik kan het daar niet mee eens zijn. Als er een God is, moet Hij iedereen liefhebben. Een moslim zal zeggen dat hij een slaaf van Allah is.

Maar christenen hebben het voorrecht om te zeggen: „Wij zijn kinderen van God. Alleen in het christendom kan dat gezegd worden.

Goeroes, leraren, zijn in het hindoeïsme belangrijk. In alle religies bevelen de meesters wat hun ondergeschikten moeten doen. In het christendom is het anders. De Heere Jezus wast de voeten van Zijn discipelen.”

Jeugdwerkactie JBGG zet in op (Bijbels) onderwijs

::

De jeugdwerkactie voor 2018 die de Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten (JBGG) vrijdag lanceerde, ”Geloofwaardig”, gaat over het belang van Bijbels onderwijs. Miljoenen kinderen, stelt de jeugdbond, hebben geen toegang tot „(Bijbels) onderwijs.” Oorzaken hiervan zijn bijvoorbeeld armoede, uitsluiting vanwege een beperking of discriminatie vanwege het christen-zijn. Jeugdverenigingen van de Gereformeerde Gemeenten zullen deze winter actievoeren om Bijbels onderwijs mogelijk te maken in India, Nigeria en Pakistan.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer