„Zwarte kousen in zwarte wijk”
Als de „zwarte kousen van de SGP” eens een zwarte wijk zouden bezoeken, zouden zij aan verwarring ten prooi vallen. Maar als de SGP ooit 69 kamerzetels bemachtigt en de ChristenUnie zeven, zodat zij samen een regering kunnen gaan vormen, zal het eerste kabinet-Van der Vlies weten wat het moet doen: het zal ervoor zorgen dat op alle scholen onderwijs met een open Bijbel wordt gegeven. Islamitische scholen behoren dan tot het verleden.
Bij iedere bonk op het treintraject Den Haag-Utrecht nam SGP-leider Van der Vlies zich donderdag aan het begin van de avond voor om niet op als-dan-vragen in te gaan. Maar de jongeren van ChristenUnie en SGP namen daar geen genoegen mee. Donderdagavond belegden zij in Utrecht een „interactieve” avond met Van der Vlies als hoofdspreker.
Van der Vlies opende de avond met een toespraak over waarden en normen in de politiek. En de jongeren kregen wat ze verwachtten: een uiteenzetting die erop neerkwam dat het in de politiek om keuzes gaat, dat die keuzes worden gemaakt aan de hand van waarden en normen, en dat de SGP die exclusief aan de Bijbel ontleent.
Ook de overheid is aan die bijbelse normen gebonden en dient het maatschappelijke leven tot Gods eer in te richten. Ook al gaan steeds minder mensen naar de kerk, aldus Van der Vlies, ook al is onze samenleving inmiddels multicultureel, en ook al staat christelijke politiek sinds 11 september in de kwade reuk van fundamentalisme. Ook nu nog dient de overheid de dienst van God te bevorderen. Dat is wat anders dan afdwingen. Naar de middelen van kracht en geweld zal de SGP nooit grijpen. „Wij werken via de democratische weg”, aldus Van der Vlies.
Maar daarmee was nog lang niet alles gezegd, vonden de ongeveer dertig jongeren in de zaal die onder leiding van ChristenUnie-fractiemedewerker Reinier Koppelaar met Van der Vlies in discussie gingen.
Die discussie kwam pas echt op gang nadat de „beginnende ondernemer” Theo van Stuivenberg een column had uitgesproken waarin hij zich voorstelde aan welke verwarring de „zwarte kousen van de SGP” ten prooi zouden vallen als zij een zwarte wijk zouden bezoeken. Bij SGP’ers bestaat best wel sympathie voor het standpunt van Fortuyn ten opzichte van allochtonen, vermoedde Van Stuivenberg. Artikel 36 schrijft hen immers voor alle valse godsdienst „uit te roeien.” Anderzijds hebben zij ook wel sympathie voor de morele standpunten van de imams, met name over homoseksualiteit en de positie van de vrouw. Dus wat wordt het nu: uitroeien of samen ten strijde trekken tegen de verloedering?
Die sympathie voor de morele standpunten van strenge moslims wilde Van der Vlies wel toegeven, „zoals we ook met rooms-katholieken op ethische punten overeenstemmen.” En waardering heeft Van der Vlies ook voor een man als Rahid Bol, tot voor kort lid van de islamitische scholenraad. Voor Fortuyn is de sympathie minder. „Nederland is niet vol”, aldus de SGP’er, die wel wilde toegeven dat het grote ongenoegen onder de bevolking het faillissement van de huidige politieke partijen aan het licht brengt, inclusief de klein christelijke. „Wij zijn er niet in geslaagd de ontwikkelingen te keren.”
Maar de relatie van de SGP tot de islam is ook op een ander punt tweeslachtig, merkte de zaal op. De SGP eist rechten op die zij moslims wil onthouden. Vechten voor de vrijheid van onderwijs zodat er reformatorische scholen blijven, maar de komst van islamitische scholen met lede ogen aanzien! Lastige vraag natuurlijk, maar Van der Vlies redde zich eruit door nadrukkelijk te verklaren dat de SGP op dit moment niet zal tornen aan het wettig recht van moslims om eigen scholen op te richten.
De SGP is geen voorstander van „eenheidsworst.” Maar „gasten moeten zich als gasten gedragen” en zich dus aanpassen aan onze waarden en normen. Op dat punt mogen moslims „geen eigen ruimte claimen.” Die hoofddoekjes, ach vooruit. Reformatorische meisjes dragen rokken. „Maar wij willen toch geen eerwraak, polygamie of dat meisjes worden uitgehuwelijkt?”
Nee, dat wil niemand. Maar de theocratie van de SGP zal anderen rechten onthouden die de SGP nu wel voor zichzelf opeist, hield de zaal vol. Dus toch een beetje dwang? „Ja, zo zal dat worden ervaren”, zei Van der Vlies. „Maar D66 dwingt ons nu het zelfbeschikkingsrecht van mensen te erkennen tot dingen die volgens ons in strijd zijn met Gods Woord.”
Tot slot hield Van der Vlies de jongeren voor dat ze in de ervaren spanning tussen ideaal en werkelijkheid het ideaal nooit moeten opgeven. Gert van Veldhuizen van de SGP-jongerenorganisatie viel hem bij. „Het gaat toch om zaken die de Heere verdriet doen. Dan kunnen wij onze normen niet aanpassen.” En voor een islamitische meerderheid, die toch waarschijnlijker is dan een staatkundig gereformeerde, hoeven we volgens Van der Vlies ook niet bang te zijn. „Het antwoord komt nu. We hebben een strengere Vreemdelingenwet. En de ontevredenheid onder de bevolking zal ongetwijfeld tot scherpere politieke reacties leiden.”