Religieconflict in Nigeria spitst zich toe
De spanningen tussen christenen en moslims in Nigeria lopen op. Oorzaak? „Beide groepen radicaliseren zich. Ze voelen zich bedreigd en nemen wraak op hun tegenpartij als deze tot geweld overgaat.” De Nigeriaan I. U. C. Nwanaju verwierf dinsdag aan de Katholieke Universiteit Nijmegen (KUN) de doctorstitel met een studie over de relatie tussen christenen en moslims in zijn geboorteland.
De lijst met namen die Nwanaju in zijn voorwoord noemt, is indrukwekkend. Uit vele landen heeft hij personen betrokken bij zijn onderzoek (in eigen beheer uitgegeven onder de titel ”Christian-muslim relations in Nigeria. A historical-theological reflection upon the mutual co-existence of christians and muslims”). Momenteel verblijft hij in een internationaal theologisch studentenhuis in Nijmegen. Na zijn promotie wil hij terug naar Nigeria. „Maar het is onzeker of ik een werkkring in de academische wereld kan krijgen zonder sponsors.”
Nwanaju komt uit de Rooms-Katholieke Kerk. „Uit een tolerante en ruimdenkende familie”, vertelt hij. Dat geldt ook voor de deelstaat waarin hij is opgegroeid: de Imo-staat, gelegen in het zuiden van het land. Hij weet dat daar in het verleden spanningen zijn geweest tussen christenen en moslims, maar er waren geen rellen, zoals in andere steden de laatste jaren het geval is geweest. „Er woonden moslims in onze staat, maar we konden goed met elkaar overweg. We hoorden alleen van rellen in het noorden.”
De promovendus vindt het conflict tussen christenen en moslims te complex om er slechts één verklaring voor te geven. „Er zitten politieke, religieuze, economische en vooral ook etnische aspecten aan. Uit een historische analyse blijkt dat de komst van het koloniale regime geleid heeft tot de groei van het christendom, ook in het islamitische noorden. Dat heeft verzet opgeroepen bij de moslims. Zij wilden christenen geen ruimte geven in de samenleving.”
Het conflict tussen moslims en christenen is vooral opgelaaid na de onafhankelijkheid van Nigeria in 1960, weet Nwanaju. „Het koloniale regime had de controle over het noorden, maar door het vertrek van de bewindhebbers is de islam sterk gegroeid, met alle gevolgen van dien. De islam accepteert geen scheiding tussen politiek en religie zoals het Westen die kent. De islam is een manier van leven die het hele leven omvat. Daarom is in het noorden de islamitische wetgeving, de sharia, ingevoerd, die onacceptabel is voor christenen. Zij vrezen -en ik denk terecht- dat door de sharia het hele land zal worden geïslamiseerd.”
Nwanaju bespeurt zowel bij christenen als bij moslims een neiging naar het extremisme. „Beide groepen verwerpen officieel het geweld als middel, maar de aanhangers van beide religies storen zich daar niet aan. Ze handelen dus in strijd met hun eigen leer. Het aantal islamitische fundamentalisten groeit, maar óók het aantal christelijke radicalen. Christenen in Nigeria maken zich schuldig aan dezelfde methoden als ten tijde van de kruistochten. Zij willen de wereld voor Christus winnen, desnoods met fysiek geweld.”
Veel kwaad is volgens de Nigeriaan aangericht door „agressieve en uitdagende zendingscampagnes die de laatste jaren gehouden zijn door fundamentalistische en opwekkingsachtige christelijke groepen. Deze radicale christelijke groepen zijn sterk reactionair. Zij nemen wraak door moskeeën te verbranden als hun kerken verbrand worden. Ik kan me daarom voorstellen dat ook moslims zich bedreigd voelen, al gebruiken die dezelfde methode door in een heilige oorlog, jihad, Nigeria te willen winnen voor Allah.”
Het conflict heeft alles te maken met etnische spanningen. „Als twee verschillende bevolkingsgroepen naast elkaar leven en nagenoeg islamitisch of christelijk zijn en vervolgens slaags raken, is er sprake van een etnisch conflict.” Nwanaju constateert een sluipende islamisering van het publieke leven, vooral in de politiek. „De moslims willen de regering domineren. Officieel is Nigeria voor 45 procent christen en voor 45 procent islamitisch, maar de ministerraad telt negentien moslims en vijf christenen. De regering investeert veel geld in het aanstellen van islamitische geleerden die jongeren onderwijzen op scholen en moskeeën. Terwijl de christelijke opwekkingsbewegingen neigen naar een afrikanisering van het geloof, streeft de islamiserende beweging naar een arabisering van de islam in heel Afrika.”
In twaalf Nigeriaanse staten is de sharia al ingevoerd. Nwanaju heeft er grote problemen mee. „Nigeria mag geen islamitische staat worden. Zij is een multireligieuze staat. Dat is het al meer dan honderd jaar het geval.” Hij ziet nu in het noorden verschijnselen die lijken op die van de Taliban. „De bewindhebbers proberen de klok weer terug te draaien en zij zullen ook niet stoppen bij de twaalf staten. Er is duidelijk een tendens om heel Nigeria islamitisch maken. Moslims beschouwen christenen als ongelovigen die tot de islam bekeerd moeten worden. De regering van Nigeria mag niet één bepaalde staatsreligie opleggen. Als je dat doet, maak je mensen die niet tot die staatsreligie behoren tot tweederangsburgers, zonder rechten. Dat is het probleem bij christenen die voor een islamitisch gerechtshof moeten verschijnen. Zij hebben geen schijn van kans.”
Protest van het Westen, zoals tegen de steniging van een moeder wegens overspel, levert veel resultaat op, zegt Nwanaju. „Dat heeft de dood van deze vrouw verhinderd. Officieel zijn er formele redenen aangevoerd waardoor het doodvonnis is opgeschort, maar het is natuurlijk door de druk vanuit het buitenland gekomen. Alleen wil de regering dat niet erkennen. De overheid doet er te weinig aan om rellen te voorkomen, die nu al meer dan 1000 doden hebben gekost.”
Het probleem is dat moslims religie steeds meer als hun identiteit zien en dat uitspelen tegen de ander. „De islam wil zich niet beperken tot het persoonlijke leven, maar wil heel het leven doordringen, ook de rechtspraak. Dan krijg je gevallen als het afhakken van handen en benen, het afranselen van mensen, zaken die niet verenigbaar zijn met de democratische vrijheden van de 21e eeuw. Vrouwen mogen zich niet in het openbaar vertonen, moeten sluiers dragen en alleen, zonder mannen, in taxi’s rijden. Terwijl de wereld in alles open wordt, draaien wij de klok terug. Ik vind dat stupide.”
Nwanaju bepleit een vreedzame dialoog tussen christenen en moslims. Daar loopt zijn proefschrift op uit. „We moeten af van het ”ons” tegenover ”jullie”, maar moeten meer denken in termen van ”wij”. Dat betekent dat we moeten streven naar een vreedzaam samenleven, zonder concurrentie. Mijn pleidooi is dat christenen en moslims op intensieve wijze naar elkaar gaan luisteren. Als er respect is voor elkaar kunnen we in vrede leven. Waarom zouden we elkaar de dood injagen in de naam van God of Allah?”