Schone sloten voor droge voeten
Regenbuien worden steeds heftiger, dus zijn sloten belangrijker dan ooit. Ze moeten daarom goed onderhouden worden. Schouwmeester Erik de Kleijn van waterschap Rivierenland controleert jaarlijks of dat onderhoud goed uitgevoerd wordt.
Onafgebroken stort de regen deze maandag naar beneden. Voor schouwmeester Erik de Kleijn van waterschap Rivierenland is het niet de plezierigste dag om eropuit te gaan. Hij wacht met zijn collega’s in de kantine van de waterzuiveringsinstallatie in Weurt, een dorpje bij Nijmegen, tot het wat minder hard regent.
Op tafel ligt een tablet waarop de kadastrale kaart van de omgeving te zien is. Huizen, weilanden en andere percelen zijn met zwarte lijnen aangegeven. Met zijn vingers zoomt de schouwmeester in. Nu zijn de sloten goed te zien. Ze liggen als haarvaatjes in het gebied. Een enkele watergang licht groen op. „Die zijn begin november, bij de eerste schouw, niet in orde bevonden”, legt De Kleijn uit. Het zijn de sloten die vandaag nog eens worden geïnspecteerd.
Een collega van De Kleijn raadpleegt de app van Buienradar. De donkerblauwe vlek is Duitsland ingetrokken. Tijd om naar buiten te gaan. In een auto van het waterschap rijdt de schouwmeester met collega Jonas Moberg naar de dichtstbijzijnde sloot die op de tablet groen oplicht. De watergang ligt in het weiland van een veehouder in Heumen bij Nijmegen. Vanaf de weg is al te zien dat er niets aan de sloot is gedaan. Hij staat vol met riet en andere waterplanten.
B-watergangen
De sloot is een zogenaamde B-watergang. Weliswaar een belangrijke sloot, maar hij behoort niet tot het hoofdstelsel. Zo’n 90 procent van de B-watergangen grenst aan percelen van particulieren. De rest is in handen van bedrijven, gemeenten en andere overheden zoals Staatsbosbeheer. Als een B-watergang aan jouw perceel grenst, ben je verplicht die te onderhouden.
De Kleijn en zijn collega’s controleren jaarlijks vanaf 1 november of de 6798 kilometer aan sloten in het gebied tussen de Maas, de Rijn, Duitsland en de Biesbosch goed schoongemaakt zijn. De twintig andere waterschappen in Nederland doen hetzelfde in hun eigen gebied.
„Aan het einde van het jaar valt er veel neerslag en er verdampt bijna niets. Daarom moeten de sloten vóór die tijd schoon zijn, zodat ze veel water kunnen afvoeren. We willen graag met droge voeten het nieuwe jaar in”, lacht De Kleijn, die sinds 2003 voor Waterschap Rivierenland werkt.
Laarzen zijn geen overbodige luxe voor De Kleijn. Het weiland in Heumen is veranderd in een modderpoel. De veehouder van wie de aangrenzende sloot is, kan binnenkort een tweede brief verwachten. De Kleijn: „Na de eerste schouw heeft hij al een brief gehad met de oproep de sloot schoon te maken. In de tweede brief staat dat hij nog tot halverwege december de tijd heeft om de begroeiing weg te maaien. Als hij dat niet doet, laat het waterschap dat op zijn kosten doen. Als dat drie jaar op rij nodig is, krijgt zo’n veelpleger een boete die varieert van 250 tot 750 euro.”
Die brieven leiden nooit tot heftige confrontaties. „Mensen begrijpen ook wel dat schone sloten bijdragen aan het algemeen belang. Het is als bij het bloedvatenstelsel. Als er één ader dichtzit, heeft dat grote gevolgen voor de andere aders. Een dichtgegroeide sloot zorgt voor veel overlast bij de buren.”
Toenemende wateroverlast zorgt er volgens De Kleijn voor dat steeds meer slooteigenaren de watergang op tijd schoonmaken. „Vorig jaar waren de herschouwde sloten allemaal in orde: een unicum.”
Toch komt het geregeld voor dat mensen zich met een smoes bij De Kleijn verontschuldigen. „Vanmorgen belde een vrouw op. Ze zei dat ze door de regen nog niets aan de sloot had kunnen doen. Flauwekul natuurlijk. Ze had er in de zomer al mee kunnen beginnen.”
Klimaatverandering
Door klimaatverandering wordt het werk van De Kleijn steeds belangrijker. „Buien zijn intenser. Er valt in korte tijd steeds meer regen. Sloten moeten dus steeds meer water afvoeren. In 2003 moest ik rekening houden met maximaal 50 millimeter per etmaal. Nu met het dubbele.”
Na een rondje langs vier andere sloten houdt de schouwmeester het voor gezien. „Het is mij te nat.”