Al-Baradei deed zijn uitlatingen tijdens een bijeenkomst van de 35 landen tellende bestuursraad van het IAEA, die de samenwerking tussen Iran en het agentschap bespreekt. Hij zei dat het IAEA zich in het bijzonder zorgen maakt over de tegenstrijdige informatie die het krijgt over de verrijking van uranium door Iran. Volgens de IAEA-directeur geeft Iran verschillende en soms tegenstrijdige verklaringen af over de verrijking van uranium. „In deze kwestie komen ze ons onvoldoende tegemoet”, aldus Mohammed al-Baradei.

Verrijkt uranium kan gebruikt worden voor de ontwikkeling van kernwapens. De Verenigde Staten verdenken Iran ervan deze wapens te ontwikkelen, maar Teheran ontkent dat met klem. Het Witte Huis zei maandag ernstige zorgen te hebben over Irans gebrekkige samenwerking met de IAEA. Woordvoerder McClellan riep het land op „open kaart” over zijn nucleaire programma te spelen.

Iran heeft wel steeds gezegd dat het volledig meewerkt met het onderzoek van het IAEA naar zijn nucleaire programma. De verrijking van uranium door het land zou alleen bedoeld zijn voor de opwekking van elektriciteit. Vorige maand zei al-Baradei dat het IAEA inderdaad geen bewijs heeft gevonden voor een verband tussen Irans nucleaire activiteiten en zijn militaire programma’s, maar hij voegde eraan toe dat het te vroeg was om daar een oordeel over te vellen.

De bestuursraad van het IAEA komt naar verwachting later met een resolutie waarin Iran wordt opgeroepen beter samen te werken met het agentschap.

Iraanse conservatieve parlementariërs hebben maandag gedreigd het VN-protocol, dat voorziet in onaangekondigde inspecties van het IAEA, niet te ratificeren als westerse landen te veel druk op Teheran uitoefenen. Iran tekende eind vorig jaar het protocol, een aanvulling op het internationale non-proliferatieverdrag, maar het parlement moet het document nog goedkeuren.