Vergunning glyfosaat vijf jaar verlengd
De Europese vergunning van het onkruidbestrijdingsmiddel glyfosaat wordt met vijf jaar verlengd. Dat hebben de 28 EU-landen maandag besloten. Achttien landen, waaronder Nederland, stemden voor en negen tegen. Portugal onthield zich van stemming.
Voor een besluit moeten minstens 16 van de 28 EU-lidstaten daar steun aan geven. Eerder deze maand stemde de helft nog tegen. Duitsland, Polen, Bulgarije en Roemenië onthielden zich toen van stemming, maar gingen nu wel akkoord. De licentie zou op 15 december verlopen.
Glyfosaat zit verwerkt in het veelgebruikte Roundup van chemiebedrijf Monsanto en is volgens Europese boerenorganisaties noodzakelijk om de voedselvoorziening op peil te houden. Critici wijzen op de schadelijke effecten voor het milieu en de gezondheid. Zo zou glyfosaat mogelijk kankerverwekkend zijn.
Ruim 1,3 miljoen Europeanen hebben hun handtekening gezet onder een Europees burgerinitiatief tegen glyfosaat. Het Europees Parlement wil de komende vijf jaar gebruiken om het middel uit te faseren. De lidstaten willen daar echter niet aan, tot onvrede van onder anderen de Luxemburgse milieuminister Carole Dieschbourg. Zij stemde net als Italië en Frankrijk tegen een verlenging. „De strijd moet doorgaan.”
Consumentenorganisatie foodwatch vindt het besluit „onverteerbaar”. „Dat dit middel nu nog eens vijf jaar wordt toegestaan, is onverantwoord.” Greenpeace stelt dat lidstaten zijn gezwicht voor dreigende rechtszaken van fabrikanten. „De mensen die ons zouden moeten beschermen tegen gevaarlijke pesticiden hebben hun werk niet gedaan en het vertrouwen van Europeanen geschaad.”
De Europese landbouwkoepel Copa en Cogeca spreekt van goed nieuws, maar had liever een verlenging van vijftien jaar gezien. „Zonder glyfosaat loopt onze voedselvoorziening gevaar en er zijn momenteel geen alternatieve op de markt.”
Het is goed dat er nu duidelijkheid is, reageerde landbouwminister Carola Schouten. „Gewasbeschermingsmiddelen vormen het sluitstuk. De komende vijf jaar moeten gebruikt worden om te werken aan alternatieven voor glyfosaat. Daar zal ik mij voor inzetten.”