Studiedeputaten moeten GKV weg wijzen rond homopaar aan avondmaal
Een studiedeputaatschap moet de volgende synode van de Gereformeerde Kerken vrijgemaakt (GKV), in 2020, adviseren over de toelating van homoparen aan het Heilig Avondmaal.
De generale synode van de GKV besloot vrijdag na uitvoerige bespreking tot de instelling van zo’n deputaatschap.
De vraag hoe om te gaan met homoparen die samenleven „in liefde in trouw” in relatie tot het avondmaal, was aangekaart door kerken uit de classis Hardenberg van de GKV. De kerkvergadering besloot vrijdag om geen rechtstreeks antwoord op die vraag te formuleren. In plaats daarvan ging de synode mee met een advies van adviseur prof. dr. A. L. Th. de Bruijne, hoogleraar ethiek aan de Theologische Universiteit Kampen, om een studiedeputaatschap te benoemen.
Aanvankelijk wilde de synode de behandeling van de vraag of samenwonende homoseksuelen mogen deelnemen aan het avondmaal, beperken tot het geven van pastorale handreikingen aan kerkenraden. Er lag zelfs een voorstel hiervoor klaar waar een voorbereidingscommissie van de vergadering maandenlang over gewikt en gewogen had.
Probleem daarbij vormden de uitgangspunten van het commissievoorstel. Die waren te herleiden tot de GKV-synode van 2008 in Zwolle-Zuid. Die sprak die in een appelzaak uit dat het samenwonen van homo’s moet worden afgewezen en dat het toepassen van kerkelijke tucht richting homoparen behoort tot de pastorale ruimte van kerkenraden. Die uitspraak gold echter voor de omstandigheden in een specifieke appelzaak en mag daarom niet veralgemeniseerd worden, aldus scriba ds. K. Harmannij. Hij stelde dat de synode van 2008 in Zwolle-Zuid en in 2011 in Harderwijk dat ook zo hebben benoemd.
Hoofdtaak van het studiedeputaatschap wordt om na te gaan of er reden is om de klassieke kerkelijke benadering van homoseksualiteit bij te stellen en of daarbij hernieuwde kerkelijke eenstemmigheid kan groeien. Daarbij moeten eerdere studies van verwante kerken in binnen- en buitenland benut worden.
Het moderamen buigt zich nog over de samenstelling van het deputaatschap. Daarbij zal ze proberen ook deskundigen uit de Nederlands Gereformeerde Kerken en de Christelijke Gereformeerde Kerken te betrekken bij de werkzaamheden van de deputaten.
Hoewel de pastorale handreiking door het aannemen van het voorstel-De Bruijne van tafel verdween, worden kerkenraden wel opgeroepen om terughoudend te zijn met het toepassen van kerkelijke tucht richting homoparen. De klassieke kerkelijke benadering van homoseksualiteit staat onder druk, zo concludeerde de synode, en er zijn rondom de thematiek van de kerkelijke omgang met homorelaties „vele nog onbeantwoorde vragen.”
Zie voor meer synodenieuws het dossier synode GKV 2017.