IAEA kritisch over Iran
De manier waarop Iran samenwerkt met inspecteurs van het Internationale Atoomagentschap IAEA was tot nu toe „niet erg bevredigend". Dit heeft het hoofd van het IAEA, Mohammed el–Baradei maandag gezegd. De inspecteurs weten nog steeds niet met zekerheid of Teheran alle activiteiten die verband houden met het verrijken van uranium volledig hebben gerapporteerd.
Volgens el–Baradei zou Iran zich „transparanter en pro–actiever" moeten opstellen. De IAEA–topman sprak met verslaggevers vlak voor het begin van een bijeenkomst van het agentschap gewijd aan de inspecties in Iran. Hij zei verder te hopen het onderzoek naar de nucleaire activiteiten van Teheran binnen enkele maanden te kunnen afronden.
Een van de zaken waar het IAEA nog geen helderheid over heeft, is de herkomst van de sporen van hoogverrijkt uranium die verscheidene keren op verschillende plaatsen zijn aangetroffen. Ook is er onduidelijkheid over de omvang van een programma voor de productie van centrifuges om uraniumstaven op te werken.
El–Baradei heeft eerder gezegd dat er geen aanwijzingen zijn dat Iran werkelijk een programma heeft om atoomwapens te maken, zoals de Verenigde Staten beweren. Op de zitting van het IAEA deze week zullen Groot–Brittannië, Frankrijk en Duitsland een resolutie presenteren waarin Iran wordt bekritiseerd in verband met de zwakke samenwerking met het atoomagentschap.
Iraanse conservatieve parlementariërs hebben maandag overigens gedreigd om het VN–protocol, dat voorziet in onaangekondigde inspecties van het IAEA, niet te ratificeren als westerse landen te veel druk op Teheran uitoefenen. Iran tekende eind vorig jaar het protocol, een aanvulling op het internationale non–proliferatieverdrag, maar het parlement moet het document nog goedkeuren.