Voorzitter Kamer legt Kamerleden regels uit
De voorzitter van de Tweede Kamer, Khadija Arib, heeft het nodig gevonden de spelregels van het parlement nog eens uit te leggen aan de Kamerleden. „Ik merk dat onze werkwijze bij een aantal Kamerleden soms vragen oproept”, stelt ze in een brief.
Arib wil de regels en afspraken aan het begin van de nieuwe kabinetsperiode opnieuw onder de aandacht brengen. Sinds de verkiezingen eerder dit jaar is zeker de helft van de afgevaardigden nieuw. „Volksvertegenwoordigers hebben een voorbeeldfunctie”, aldus de voorzitter.
Ze vraagt de schriftelijke vragen aan bewindslieden kort en bondig te houden en geen scheldwoorden of andere aanstootgevende termen te gebruiken. Arib benadrukt dat ze kan besluiten een vraag niet toe te laten als er „overwegend bezwaar tegen de vorm of inhoud bestaat”.
Ook vindt ze dat er soms te veel vragen worden gesteld in aanloop naar bijvoorbeeld een debat. Ze wijst erop dat dat op een andere manier beter kan. Ook is het „niet altijd realistisch” om binnen enkele dagen antwoord van een bewindspersoon te verwachten.
Tijdens debatten met bewindslieden zijn er parlementariërs die de mogelijkheid om een vraag te stellen gebruiken voor uitvoerige beschouwingen of analyses. Dat is niet de bedoeling, aldus de voorzitter. Het past Kamerleden ook niet om een bewindspersoon met hun naam aan te duiden. Het gaat om de functie, niet om de persoon erachter.