Verbondsstrijd
Psalm 77:12
„Ik zal de daden des Heeren gedenken, ja, ik zal gedenken Uw wonderen van oudsher.”
We hebben gezien hoe God met de mens handelt in Zijn genadeverbond en hoe wij met de Heere in dat verbond moeten komen, en ook dat dit verbond in God onveranderlijk is. Als u zich nu in dat verbond hebt overgegeven, denkt u dan dat het nu in alles voor de wind en voor de stroom zal gaan naar uw verdorven begrippen? Alles, zoals u dat graag had? Een voorspoedige voortgang en het licht des Heeren dat steeds op uw pad schijnt?
O nee, maar ik zeg u: Het zal licht en duisternis zijn, die elkaar telkens zullen afwisselen. En dan bid ik u, als de duisternis u in nevels hult: O, denk dan toch niet dat God ontrouw is. Gods handelingen met Zijn volk in het algemeen en met sommigen van Zijn kinderen in het bijzonder, zijn soms diep verborgen in donkerheid.
Dat het u en mij dan maar gegeven mag worden om de trouw des Heeren niet te misbruiken door zorgeloosheid en zonde, maar dat Hij ons genadig mag schenken dat wij ons in dat verbond naar Zijn welbehagen gedragen.
Jacobus Koelman, predikant te Sluis (”Preek over Psalm 77:20 en 21”, 1673)