Radicale Al-Sadr gaat politieke strijd aan
De radicale Iraakse sjiitische geestelijke, Muqtada al-Sadr, heeft besloten niet alleen op het slagveld de strijd aan te gaan met de buitenlandse bezettingsmacht, maar hij zal ook de politieke arena betreden. Een naaste medewerker van de geestelijke zegsman maakte zondag de politieke ambities van de militieleider wereldkundig.
„De intentie bestaat een partij op te richten die zal deelnemen aan politieke zaken”, aldus woordvoerder Qais al-Khazali. De partij zou zijn fundament moeten vinden bij Irakezen die instemmen met de opstand van Al-Sadr en zijn Mahdi-leger. Het is de bedoeling de partij ook deel te laten nemen aan de verkiezingen die voor begin volgend jaar op de agenda staan, zei Al-Khazali. „We zullen meedoen als de verkiezingen vrij en eerlijk zijn.” Een eerlijke partij moet toezicht houden op de stembusgang.
De radicale geestelijke heeft volgens zijn woordvoerder niet de intentie zelf een politiek ambt te vervullen. „Sayyad Moqtada Sadr heeft herhaaldelijk gezegd dat hij geen politieke post wil. Dit betekent echter niet dat hij mensen die een post ambiëren niet zal steunen.”
Amerikaanse functionarissen willen dat Al-Sadr uitgesloten wordt van het politieke proces. Voort moet hij zich van de VS verantwoorden voor een Iraakse rechter wegens de moord in 2003 op een rivaliserende geestelijke. De sjiitische voorman met zijn Mahdi-leger zou op grond van de recent doorgevoerde Iraakse anti-militiewet bovendien zeker drie jaar uitgesloten zijn van alle politieke ambten.
Het bekleden van dergelijke bestuurlijke ambten lijkt in Irak overigens een hachelijke en ongezonde zaak te zijn. Talrijke Iraakse politici en bestuurders hebben sinds de omverwerping van Saddam Hussein al het leven gelaten door aanslagen.
Zaterdagochtend vond plaatsvervangend minister van Buitenlandse Zaken Bassam Qubba de dood toen onbekenden zijn auto met kogels doorzeefden. De Iraakse autoriteiten houden aanhangers van de opgepakte dictator Saddam Hussein verantwoordelijk.
Een dag later was het de beurt aan een hoge functionaris van het Iraakse ministerie van Onderwijs. Kamal Jarrah, directeur culturele betrekkingen op het departement, werd in het bijzijn van zijn vrouw in Bagdad doodgeschoten. Afgelopen woensdag nog mislukte er een aanslag op de plaatsvervangend minister van Volksgezondheid, Ammar al-Safar.
Ondanks de benoeming van een president, een premier en de presentatie van een interimregering blijft de wetteloosheid hoogtij vieren in Irak. Dagelijks komen in het land mensen om door aanslagen, schietpartijen en gevechten tussen opstandelingen en militairen van de coalitie.
Een autobom in Bagdad eiste zondag bijvoorbeeld minstens twaalf levens. Het explosief ging af op het moment dat politiemensen het voertuig dat op een militaire school in het zuidoosten van Bagdad afreed, tot staan probeerden te brengen. Aan de grens met Syrië vonden twee Iraakse journalisten van het door het westen gesteunde televisiestation al-Irakiya de dood. In Fallujah stierven onder anderen een Libanees en twee Iraki’s. Ze waren onthoofd door onbekenden.
Experts op het vlak van veiligheid vrezen dat de golf van geweld in de aanloop naar de souvereiniteitsoverdracht alleen maar erger zal worden. Westerse ambassades hebben westerlingen opgeroepen het land te verlaten. „Alle tekenen wijzen in de richting van een golf van geweld die ons zal overspoelen”, aldus de recentelijk benoemde Duitse ambassadeur Bernd Ebel.
Gijzelnemers lieten wel dit weekeinde acht Turken en een Egyptenaar vrij. De Amerikanen zullen maandag naar eigen zeggen 650 gedetineerden uit de beruchte Abu Ghraib-gevangenis vrijlaten. De Iraakse interim-president wees zondag het Amerikaanse aanbod van de hand om Abu Ghraib af te breken en een nieuwe gevangenis te bouwen. Detentiecentrum Camp Cropper, een van de grootste gevangenissen in Irak, sluit begin juli wel de poorten.