Satelliet brengt vanuit de ruimte wereldwijd wind in kaart
Hoewel meteorologen op aarde en satellieten vanuit de ruimte al heel wat metingen verrichten aan het weer en de dampkring, zijn er nogal wat zaken waar ze meer zicht op willen krijgen om een betrouwbaarder weersverwachting te maken en beter in te kunnen schatten hoe het klimaat verandert.
Een belangrijke, en lastige, factor is wind. De Europese ruimtevaartorganisatie ESA zal volgend jaar, als alles volgens plan verloopt, de Aeolussatelliet lanceren. Die moet vanaf 320 kilometer hoogte windmetingen verrichten.
Onderzoeksvliegtuig
Een prototype van Aladin, het instrument dat de windwaarnemingen doet, is de afgelopen jaren al getest door wetenschappers van het Duitse Aerospace Center (DLR) in Keulen. Ze gebruikten daarvoor een speciaal onderzoeksvliegtuig. „Dit soort onderzoek is uiterst interessant, omdat het ons al voor de lancering meetgegevens in handen geeft die vergelijkbaar zijn met de data die de satelliet straks zal leveren. Dat geeft ons de mogelijkheid om ervaring op te doen met het analyseren en het interpreteren van de gegevens”, zei onderzoeksleider Reitebuch vorige maand tegen Euronews.
Weerballon
Waarom zouden meteorologen de wind eigenlijk vanuit de ruimte meten? „Met Aeolus kunnen we de wind straks wereldwijd meten.” Informatie van wind boven de oceanen en onbewoonde delen van het aardoppervlak ontbreekt namelijk. „Boven de tropen worden er bijvoorbeeld geen windobservaties gedaan. Met de satelliet krijgen we gegevens vanuit de poolgebieden waar de klimaatverandering al in volle gang is.” Een ander voordeel van de satelliet is dat hij windmetingen verricht tussen 10 meter en 30 kilometer hoogte. De gegevens die met weerballonnen worden verzameld, bestrijken slechts een deel van die kolom. De Duitse onderzoeker verwacht dat de Aeolussatelliet de weersverwachting van meteorologen betrouwbaarder zal maken.
Testen
De Europese ruimtevaartorganisatie ESA meldde begin deze maand dat de Aeolus sinds het voorjaar testen ondergaat in Frankrijk en België. Die worden gedaan om vast te stellen of de apparatuur de trillingen en de herrie van de lancering kan weerstaan en alle onderdelen zich goed houden in het luchtledige van de ruimte. Deze maand verblijft de satelliet bijvoorbeeld in Luik in een grote ruimte waar alle lucht uit is gepompt om vast te stellen of de onderdelen waarmee het instrument Aladin wind detecteert ook in een vacuüm goed functioneren.
Lasers
Voor die winddetectie gebruikt hij twee krachtige lasers die ultraviolet uitzenden, een telescoop met een diameter van 1,5 meter en een uiterst gevoelige ontvanger. Het laserlicht botst op deeltjes in de atmosfeer en kaatst vervolgens terug naar de ontvanger. Door de wind hebben de deeltjes een bepaalde snelheid. Die snelheid zorgt ervoor dat het teruggekaatste licht een iets andere golflengte heeft dan het uitgezonden licht. Met –ongetwijfeld ingewikkelde– berekeningen weten wetenschappers daaruit weer de horizontale luchtverplaatsing af te leiden.