„VN moeten geweld in Myanmar onderzoeken”
Mensenrechtenorganisaties hebben schamper gereageerd op een rapport van het leger van Myanmar, waarin iedere betrokkenheid van militairen bij wreedheden tegen de Rohingya-bevolking wordt ontkend. Het maakt volgens Amnesty International en Human Rights Watch duidelijk dat onpartijdig onderzoek door de Verenigde Naties geboden is.
Sinds half augustus zijn meer dan 600.000 Rohingya naar Bangladesh uitgeweken. Ze zijn gevlucht voor een operatie van het leger tegen opstandelingen in de deelstaat Rakhine. Hun verhalen over massamoorden, verkrachtingen en het platbranden van dorpen worden door satellietbeelden en andere informatiebronnen ondersteund, stelt HRW, maar het leger komt na intern onderzoek tot de conclusie dat hier allemaal geen sprake van is. Het leger zegt wel dat er zeker 376 „terroristen” zijn gedood, maar geen „onschuldige mensen”.
„Het Myanmarese leger probeert ernstige schendingen tegen de Rohingya onder het tapijt te vegen”, zei James Gomez, regionaal directeur van Amnesty. Volgens Brad Adams van HRW hebben de autoriteiten „opnieuw getoond dat zij zelf geen geloofwaardig onderzoek kunnen verrichten”.
VN-secretaris-generaal António Guterres sprak op een bijeenkomst van Zuidoost-Aziatische leiders in Manilla met de Myanmarese leider Aung San Suu Kyi over de Rohingya-crisis. Hij benadrukte volgens een VN-vertegenwoordiger dat „krachtiger inspanningen om humanitaire toegang en veilige, waardige en vrijwillige terugkeer te verzekeren, evenals verzoening tussen bevolkingsgroepen, essentieel zijn”.