Zwijndrecht wil af van „smoezelig” wietbeleid
Zwijndrecht wil graag meedoen aan een experiment om wiet te kweken onder het wakend oog van de overheid. Burgemeester Schrijer (PvdA): „Ik begrijp heel goed dat de RD-lezers het vreemd vinden dat de autoriteiten betrokken zijn bij het maken van schadelijke producten.”
Wel of geen staatsjoint? De discussie over het reguleren van de wietteelt splijt de politiek al sinds jaar en dag. Grofweg gezegd zien rechtse en christelijke partijen niets in het kweken van drugs onder staatstoezicht. Ze doeken coffeeshops sowiewo het liefst op. Links en libertair Nederland is juist voor regulering.
Dat het nieuwe kabinet-Rutte gaat experimenteren met regulering van wietproductie wordt allerwegen gezien als een cadeautje voor D66. De afgelopen weken toonden diverse gemeenten, zoals Breda en Eindhoven, belangstelling voor de proef.
Smoezelig gebeuren
Zwijndrecht heeft al ervaring met overheidsbemoeienis op het gebied van drugshandel. In de stad valt de vérkoop van joints in de coffeeshop sinds een jaar of zestien onder toezicht van een stichting zonder winstoogmerk. Dat is een zeldzaamheid in ons land.
Maar net als bij andere coffeeshops in Nederland is de ínkoop van drugs (de zogeheten achterdeur) van de Zwijndrechtse coffeeshop een schimmige zaak. Je kunt er zo’n beetje vergif op innemen dat achter de levering van de wiet een criminele organisatie schuil gaat. „Het is daar aan die achterdeur een smoezelig gebeuren”, zegt burgemeester Schrijer (PvdA).
Vriend en vijand zijn het er over eens dat de criminele hennepproductie gepaard gaat met intimidatie, (dodelijk) geweld en berovingen van plantages. Om nog maar te zwijgen over het gerommel met elektriciteit op zolders of bedrijfspanden, waardoor vaak brand uitbreekt.
Gevaarlijk
Wietteelt onder toezicht van de overheid kan die problemen tackelen, denkt de burgemeester van Zwijndrecht. „De wietteelt komt in handen van bijvoorbeeld bonafide en belastingbetalende tuinders.
Groot voordeel is verder dat er dan toezicht komt op de geleverde wiet aan coffeeshops. Die krijgen dan inzicht in het exacte THC-gehalte, de werkzame stof in wiet. Nu is volstrekt onduidelijk wat er in een joint zit. Dat is gevaarlijk voor de consument.”
Roken wordt steeds meer ontmoedigd in Nederland. Geeft de overheid niet het verkeerde signaal af door wietteelt te reguleren?
Schrijer: „Ik kan me die gedachtegang goed voorstellen. In wezen wordt de overheid betrokken bij productie van schadelijke middelen.
Ik begrijp dat dat voor bijvoorbeeld RD-lezers vreemd is. En ik snap dat het CDA en de ChristenUnie tegen heug en meug akkoord gingen met dit kabinetsplan. Zelf zie ik ook de gevaren van overmatig gebruik van drugs, sigaretten en alcohol. En ik pleit voor vermindering van het aantal coffeeshops.
Maar het punt is dat het gebruik van softdrugs, wiet dus, in ons land is toegestaan. Met regulering van de teelt proberen we de misdaad rond wietteelt aan te pakken. Niets doen is geen optie meer. Nu gaan er miljarden euro’s zwart, crimineel geld om in de wietindustrie. Ons land telt zo’n 30.000 wietkwekerijen. Jaarlijks rolt de politie er 6000 op, maar er komen er ieder jaar ook weer 6000 bij.”
Bestaat het risico dat bij regulering Nederland steeds meer te boek komt te staan als het walhalla voor de jointroker?
„Dat valt wel mee. Nu al kennen tal van grensgemeenten het ingezetenencriterium. Dat betekent dat alleen mensen met een Nederlands paspoort wiet kunnen kopen. Nederland zit in Europa in de middenmoot qua softdrugsgebruik, zeker niet in de top.”
Voormalig justitieminister Opstelten wilde niets weten van regulering. Hij wees erop dat de criminele wietindustrie toch wel doorgaat, omdat 80 procent van die drugs wordt geëxporteerd naar het buitenland.
„Opstelten baseerde zich op een rapport waar 80 procent als geschatte bovengrens werd genoemd wat betreft wietexport, en 20 procent als ondergrens. Ik denk dat hij de uitvoer van wiet te hoog inschat.”
In een stad als Tilburg gaat jaarlijks zo’n 800 miljoen euro om in de wietteelt.
„Dat zijn inderdaad enorme bedragen. Toch valt mij op dat er bij opsporingsonderzoeken naar drugssmokkel vaker harddrugs als xtc-pillen en -poeders worden aangetroffen dan wiet.
In het buitenland kweken ze ook steeds vaker hun eigen wiet. Nederland is geen hofleverancier. Dus met de uitvoer van wiet naar het buitenland zou het wel eens mee kunnen vallen.”
CDA-raadslid Stinenbosch in Bergen op Zoom pleit voor nultolerantie en zei eerder in deze krant dat regulering van de teelt risico’s met zich meebrengt. Om overvallen op wietfabrieken te voorkomen, zouden die streng beveiligd moeten worden.
„Bij een experiment met gereguleerde wietteelt moet je dat aspect inderdaad in ogenschouw nemen. Maar houd de voordelen van gereguleerde teelt in het oog. Een coffeeshop kan er in de toekomst voor kiezen om minder zware wiet te verkopen, met het oog op de volksgezondheid.”
Met het risico dat klanten een staatsjointje te slap vinden en in het illegale circuit op zoek gaan naar zwaarder spul?
Burgemeester Schrijer: „Ja. Daarom moeten we de komende jaren goed nagaan hoe het experiment met gereguleerde wietteelt uitpakt.
Mocht blijken dat klanten de coffeeshops links laten liggen, dat het aantal illegale wietplantages niet afneemt en dat ons nieuwe beleid een aanzuigende werking heeft op buitenlanders, dan moeten we die experimenten meteen stoppen.”