Nederland heeft er als internationaal georiënteerd land een groot belang bij dat de euro blijft bestaan, staat in een rapport waar de Tweede Kamer om had gevraagd. In de studie worden verschillende opties verkend die Nederland kunnen helpen voorbereid te zijn op de discussie over de toekomst van de euro.

De echte problemen liggen overigens niet zo zeer in ons land. Voor Nederland heeft de euro positieve economische gevolgen gehad, maar dat geldt in mindere mate voor de eurozone als geheel. Er bestaat daardoor nog altijd twijfel of de muntunie voldoende bestand is tegen nieuwe crises en of er voldoende draagvlak blijft bestaan.

De Raad van State oppert onder meer de mogelijkheid van een Europees Monetair Fonds. Zo’n financieel vangnet dat onder strikte condities tijdelijke financiële steun geeft, zou ook meteen een meer beperkte taakopvatting van de Europese Centrale Bank (ECB) mogelijk maken. Ook eerder afgesproken verbeteringen zoals de bankenunie zouden moeten worden ingevoerd.

Voor het draagvlak is het daarnaast nodig dat de euro meer democratisch wordt verantwoord. Dit kan door het Europees Parlement een grotere rol te geven, maar bijvoorbeeld ook door de oprichting van een eurozoneparlement. In het rapport staat dat het op de langere termijn tevens interessant kan zijn om het zogeheten dubbelmandaat opnieuw in te voeren, waarbij enkele nationale parlementsleden ook Europees volksvertegenwoordiger zijn.