Meer wanbetalers in zuiden en oosten EU
De risico’s op grote betalingsachterstanden of helemaal niet betalen nemen binnen Europa toe naarmate men meer zuidelijk of oostelijk komt. Veel kleinere bedrijven doen daarom liever geen zaken over de grens.
Een flink aantal van deze ondernemers is zelfs van mening dat wanbetalingen een bedreiging vormen voor het voortbestaan van hun bedrijf. Dat blijkt uit een donderdag in Brussel gepresenteerd onderzoek van Intrum Justitia. In een voor de eerste maal gepubliceerde Europese betalingsindex wordt het betaalgedrag in 22 landen met elkaar vergeleken. Intrum Justitia, Europees marktleider op het gebied van kredietmanagement, hield daarvoor een enquête onder ruim 9000 bedrijven.
CEO en president van Intrum Justitia, Jan Roxendal, noemde donderdag tijdens een persconferentie de late betalingen „een van de grootste risico’s die bedrijven tegenwoordig lopen.” Late betalingen vormen een belemmering voor de interne Europese markt en schaden de concurrentiepositie van de EU, zo meent de Intrum Justitia-topman. Hij riep de politieke en de zakelijke leiders van Europa op om zich sterk te maken voor een beter betalingsgedrag.
Uit de index blijkt dat vooral het midden- en kleinbedrijf kwetsbaar is. De geplande herziening van de EU-richtlijnen over late betalingen, die voor dit jaar is gepland, kan grote invloed hebben. De huidige richtlijn, die in 2002 in werking trad, blijkt nog niet op effectieve wijze ingevoerd te zijn in de lidstaten.
Uit de enquête komt naar voren dat de meerderheid van de bedrijven zich grote zorgen maakt over de gevolgen van late betalingen, zoals de administratieve en financiële kosten. Tussen de 30 en de 60 procent van de ondernemers denkt dat wanbetalingen het voortbestaan van hun bedrijf in gevaar kunnen brengen.
De late betalingen variëren in tijd sterk binnen de EU sterk. Het risico op wanbetalingen neemt in geografisch opzicht van noord naar zuid toe, en van west naar oost. Een Portugees bedrijf laat een factuur gemiddeld tachtig dagen liggen, een Finse onderneming heeft een rekening in vier weken betaald. Nederlandse bedrijven doen het niet echt slecht met een gemiddelde van veertig dagen. Maar te laat betalen betekent in Nederland meestal helemaal niet meer betalen. Woordvoerster Monique Groenewegen van Intrum Justitia wijt dit laatste aan het grote aantal faillissementen. „Dat zal ook dit jaar het geval zijn.” Gemiddeld zijn Europese bedrijven sinds 1997 twee dagen later gaan betalen.
Culturele verschillen zijn van grote invloed. Daarnaast worden vertragingen veroorzaakt door de kwaliteit van het kredietmanagementsysteem van een bedrijf en de wettelijke handhaving ter plaatse. Bij dit laatste komt de overheid om de hoek kijken. De meerderheid van de ondervraagde bedrijfsvertegenwoordigers is van mening dat justitiële processen „ineffectief, te duur en te omslachtig zijn.”
Volgens Roxendal komt uit de rapportage duidelijk de behoefte aan geharmoniseerde juridische handhavingsprocedures in de hele EU naar voren. „Een gezond kredietsysteem en een correct betalingsgedrag zijn essentieel voor het voortbestaan van bedrijven en de groei van de interne markt.”
Intrum Justitia is een aan de beurs van Stockholm genoteerd bedrijf. In Nederland werken in de incassovestigingen in Den Haag en Rotterdam in totaal 500 medewerkers. In geheel Europa heeft het bedrijf 2900 mensen in dienst.