Bedrijfsleven wil wegen aanleggen
Het bedrijfsleven is bereid om de komende jaren 15 miljard euro te investeren in de uitbreiding van het wegennet. „Dat betekent een verruiming van de wegencapaciteit met 10 procent, ofwel 1000 tot 1500 kilometer erbij", zei Cees Oudshoorn, hoofd Economische Zaken bij ondernemersorganisatie VNO–NCW, donderdag.
De Nederlandse wegen slibben steeds meer dicht. Files vormen een groeiende schadepost voor de nationale economie en staan economisch herstel in de weg, meent VNO–NCW, dat de jaarlijkse schade momenteel op 1 á 2 miljard euro becijfert.
Omdat de overheid tot 2010 krap bij kas zit, kan zij het fileprobleem niet afdoende te lijf gaan. Het bedrijfsleven kan dat wel, schetst VNO–NCW in het Memorandum Mobiliteitsbeleid, dat donderdag naar buiten is gebracht. Hierin stelt de belangenorganisatie voor om het bedrijfsleven wegen te laten aanleggen, betalen en onderhouden. Als de wegen klaar zijn, betaalt de overheid voor het gebruik.
Nederland kent al voorbeelden waar het bedrijfsleven betrokken is bij de aanleg van wegen, zoals de A59 in Noord–Brabant en de N31 in Friesland. Dat moet echter meer gemeengoed worden, vindt Oudshoorn. „Er moet een eenvoudig standaardmodel komen, zodat we niet telkens opnieuw het wiel hoeven uit te vinden." Volgens de directeur zijn onder meer banken en bouwbedrijven geïnteresseerd in de financiering van weguitbreiding.
VNO–NCW stelt als voorwaarde dat de overheid het geld voor de wegen als zodanig benoemt en apart zet. „Nu is dat ondoorzichtig." Volgens Oudshoorn is er jaarlijks circa 2,5 miljard euro voor provinciale en rijkswegen. „We willen dat dit bedrag tot 2020 jaarlijks beschikbaar is. Dan is er voldoende geld om wegen te kunnen financieren."
In de toekomst wil VNO–NCW mensen laten betalen voor het gebruik van de weg. „Als er een heel duidelijke band is tussen betalen en genieten, is daar niets op tegen." VNO–NCW wil echter geen tolwegen, want „die leiden ertoe dat weggebruikers omrijden".
Minister Peijs van Verkeer wil nog niet reageren. Zij werkt nog aan haar Nota Mobiliteit, die dit najaar verschijnt. Ze wil daar met een reactie op het werkgeversrapport niet op vooruitlopen, liet een woordvoerder weten.