Al 55 miljoen noodhulp naar eilanden Cariben
Tot nu toe is er 55 miljoen euro noodhulp gevloeid naar de Nederlandse Bovenwindse Eilanden in de Caribische Zee die onlangs werden getroffen door de orkaan Irma. Het leeuwendeel van het geld was voor Sint-Maarten. Dat maakte kersvers staatssecretaris voor Koninkrijksrelaties Raymond Knops vrijdag bekend.
Het grootste schip van de marine, de Zr. Ms. Karel Doorman, levert zaterdag voorlopig voor het laatst hulpgoederen af op Sint-Maarten. Het ging bij de geleverde hulp om water, medische voorzieningen en andere materieel. Bij het bedrag waren ook de kosten voor de inzet van hulpverleners uit Nederland, zoals personeel van Defensie en politie.
De Karel Doorman brengt zaterdag onder meer vrachtwagens, bedden, tijdelijk onderdak, digitale schoolborden, laptops, kantoorbenodigdheden en medische apparatuur naar Sint-Maarten. Het marineschip doet ook Saba en Sint-Eustatius aan en levert daar vier containers met meubels, kettingzagen, bouwmaterieel, huisraad en witgoed af. Deze twee eilanden zijn minder zwaar getroffen door Irma, maar hebben ook aanzienlijke schade.
De noodhulp staat los van het grote wederopbouwfonds, waarover Nederland nu met de regering van Sint-Maarten steggelt. De Nederlandse regering stelt voorwaarden waarmee het eiland moeite heeft. Sint-Maarten heeft nog een paar dagen om in te stemmen. „De voorwaarden staan recht overeind”, benadrukte Knops. „Het geld moet goed worden besteed.”
Nederland eist toezicht op de besteding van het geld en deugdelijke grenscontroles. Den Haag wil voorkomen dat de hulp voor herstel in de verkeerde handen terechtkomt.
„De noden zijn hoog”, stelt Knops vast. „We willen snel aan de slag. Wij willen de bevolking van Sint-Maarten graag helpen.” Maar de staatssecretaris hamert erop dat aan de twee voorwaarden moet worden voldaan.