Christelijke hulporganisaties helpen Rohingya’s
Vanaf donderdag 26 oktober bieden drie leden van het Christelijk Noodhulpcluster (Red een Kind, Tear en ZOA) noodhulp aan Rohingya-vluchtelingen uit Myanmar. De organisaties hebben hun rekeningnummers opengesteld voor giften.
De situatie van de vluchtelingen, waaronder meer dan driehonderdduizend kinderen, is hartverscheurend, aldus de organisaties. Het Christelijk Noodhulpcluster werkt in de hulpverlening samen met een lokale organisatie uit Bangladesh.
De hulp bestaat uit drie onderdelen, waarvan een eerste deel is gericht op het onderkomen van mensen. „Overal ontstaan provisorische vluchtelingenkampen. Mensen zijn erg geholpen met zeil- of tentdoek om zich te beschermen tegen regen en kou en voor wat privacy”, vertelt programmamedewerker Matthijs van Pijkeren. „Onze hulpverleners delen pakketten uit voor een tijdelijk onderkomen en verstrekken daarnaast dekens en matrassen.”
Noodlatrines
Een tweede deel van de hulp is gericht op de voedselsituatie. Vrijwilligers gaan de gezinnen langs en gaan hoe de voedingstoestand is van de kinderen door middel van het meten van de body mass index. Eventueel verwijzen ze door voor extra voedselhulp. Vooral kinderen dreigen ondervoed te raken, dus het is heel belangrijk om hun situatie goed in de gaten te houden. Tenslotte proberen de leden van het cluster de uitbraak van ziektes te voorkomen. Onderdeel daarvan is bijvoorbeeld het schoonhouden van noodlatrines. Ook geven de hulpverleners voorlichting op het gebied van hygiëne.
Primitieve omstandigheden
Meer dan zeshonderdduizend Rohingya zijn de afgelopen maanden de grens met Bangladesh over gevlucht als gevolg van bruut geweld in Myanmar. Elke dag komen daar duizenden vluchtelingen bij. In zeer primitieve omstandigheden proberen uitgeputte families nu te overleven – vaak zonder onderdak of schoon drinkwater. De verhalen die de mensen vertellen over hun ervaringen in Myanmar zijn zeer schokkend. Directeur Andries Schuttinga van Red een Kind geeft aan blij te zijn dat er nu mogelijkheden zijn om in actie te komen. „De situatie van de vluchtelingen uit Myanmar en de meer dan 300.000 kinderen in de kampen is hartverscheurend. Er is geen schoon drinkwater beschikbaar en er zijn nauwelijks medische voorzieningen. Veel kinderen hebben verschrikkelijke dingen gezien. Het is een groot onrecht wat daar gebeurt. We komen graag in actie.’
Het kantoor van Tear in Bangladesh onderhoudt het contact met de lokale organisatie die namens het cluster hulpverleent in de kampen. Zij monitoren de hulp en voegen waar nodig extra medewerkers toe.
ZOA hoopt op korte termijn ook weer in Myanmar hulp te gaan bieden. Op dit moment is de deelstaat Rhakine in Myanmar gesloten voor hulpverleners.