Wall Street geeft recordjacht geen vervolg
De Amerikaanse aandelenbeurzen zijn maandag onder de recordstanden van afgelopen vrijdag gesloten. Beleggers kregen een flinke reeks bedrijfsresultaten voor de kiezen. Vooral de cijfers van speelgoedmaker Hasbro vielen niet in de smaak bij beleggers. Verder stonden ook technologiefondsen onder druk.
De Dow-Jonesindex eindigde 0,2 procent lager op 23.273,96 punten. De brede S&P 500 ging 0,4 procent omlaag tot 2564,98 punten en de technologiegraadmeter Nasdaq verloor 0,6 procent tot 6586,83 punten.
Hasbro bedrijf kwam met een voor beleggers teleurstellende omzetverwachting voor het feestdagenseizoen en leverde daarop 8,6 procent in. Branchegenoot Mattel komt donderdag met cijfers, maar verloor nu ook al 3,2 procent.
Beleggers waren ook niet te spreken over de cijfers van Halliburton. Het aandeel daalde 2,5 procent ondanks een derde kwartaal met duidelijk meer omzet en winst dan een jaar eerder.
Maker van verzorgingsproducten Kimberly-Clark verloor 0,8 procent. Het bedrijf achter Huggie-luiers en Kleenex-tissues boekte iets meer winst dan verwacht. De omzet kwam echter lager uit dan wat analisten gemiddeld hadden voorzien.
De resultaten van T-Mobile USA werden wel goed ontvangen op de beurs. De telecomprovider verhoogde zijn verwachtingen voor het hele jaar. Het aandeel dikte 1,7 procent aan.
Bij de overige bedrijven leverde General Electric (GE) 6,3 procent in. Het industrieel conglomeraat kreeg een aantal verlagingen van koersdoelen van analisten om de oren.
Cisco Systems maakte bekend voor 1,9 miljard dollar softwarebedrijf BroadSoft over te nemen en steeg daarop 0,3 procent. Het is de tweede miljardenovername van de producent van netwerkapparatuur dit jaar.
Verder verloor de internationale knutselwebwinkel 3,8 procent. Webwinkelgigant Amazon kondigde een concurrent aan in de vorm van Handmade Gift Shop.
De euro was 1,1749 dollar waard, tegen 1,1742 dollar bij het slot van de Europese beurzen eerder op de dag. De prijs van een vat Amerikaanse olie stond 0,1 procent hoger op 51,90 dollar. Brentolie kostte 0,7 procent minder op 57,37 dollar.