Koerden verder teruggedreven in Irak
De Iraakse autoriteiten hebben dinsdag meer gebied veroverd op de Koerden. Het Iraakse leger zei de controle te hebben overgenomen over alle olievelden in de omgeving van Kirkuk.
Getuigen vertelden dat duizenden Koerdische strijders zijn gevlucht uit die Noord-Iraakse stad. Daar patrouilleerden Iraakse speciale eenheden en de lokale politie dinsdag om de orde te bewaken. De Koerdische vlag zou zijn verdwenen uit het straatbeeld.
Bondgenoten van de centrale regering in Bagdad namen ondertussen de plaats Sinjar in. Dat gebeurde nadat de Koerdische peshmerga’s zich hadden teruggetrokken, vertelden inwoners.
De Iraakse strijdkrachten begonnen een dag eerder met hun opmars. Ze rukten op naar Kirkuk en namen omliggende gebieden in. De Koerden kregen die stad in 2014 in handen toen Iraakse troepen zich terugtrokken tijdens het offensief van Islamitische Staat.
Grootschalige gevechten bleven tot dusver uit. Voor zover bekend kwam het slechts één keer tot een serieuze slag: dat gebeurde maandagochtend vroeg, vlakbij Kirkuk. De internationale coalitie tegen IS schreef dat toe aan een misverstand.
Het conflict tussen de Koerden en Bagdad plaatst de Verenigde Staten voor een dilemma. De Amerikanen steunden beide partijen in de strijd tegen IS. „We vinden het niet leuk dat zij botsen. We kiezen geen partij”, zei president Donald Trump tegen verslaggevers.
De spanning tussen de autonome regering van Iraaks Koerdistan (KRG) en de centrale regering in Bagdad liep de afgelopen tijd snel op. Dat gebeurde nadat de Koerden tegen de zin van Bagdad een referendum organiseerden over onafhankelijkheid.