Beurzen maken pas op de plaats
De meeste Europese beursgraadmeters kwamen dinsdag amper van hun plaats. Op het Damrak was verzekeraar ASR in trek na een adviesverhoging. Beleggers keken verder uit naar de kwartaalcijfers van grote Amerikaanse en Europese bedrijven die deze week naar buiten komen.
De AEX-index op Beursplein 5 noteerde rond het middaguur 0,1 procent hoger op 546,99 punten. De MidKap klom ook 0,1 procent, tot 831,18 punten. De beurzen in Parijs en Londen bleven vrijwel ongewijzigd, Frankfurt stond 0,1 procent in de plus.
Grootste stijger in de AEX was supermarktconcern Ahold Delhaize met een winst van meer dan 1 procent. Vopak stond onderaan met een verlies van 1,7 procent. Het tankopslagbedrijf wil Gerard Paulides aanstellen als nieuwe financieel topman. Paulides komt van olie- en gasconcern Shell, waar hij momenteel een topfunctie heeft op het gebied van Investor Relations.
In de MidKap voerde verzekeraar ASR de stijgers aan met een plus van 1,9 procent, na een adviesverhoging door Deutsche Bank. Kunstmestproducent OCI stond onderaan met een min van 1,8 procent.
In Parijs steeg Danone 1 procent. Het Franse levensmiddelenconcern boekte in het derde kwartaal meer omzet. Het bedrijf profiteerde onder meer van een gestegen verkoop van babyvoeding en mineraalwater in China. Danone herhaalde ook zijn winstverwachting.
Airbus dikte 2,5 procent aan. De Europese vliegtuigbouwer heeft volgens persbureau Bloomberg mogelijk interesse in de ruimtevaartdivisie van de Canadese vliegtuig- en treinenfabrikant Bombardier.
Het Britse uitgeefconcern Pearson klom meer dan 7 procent in Londen, na een positief handelsbericht en een verhoging van de winstverwachting. Merlin Entertainment kelderde daarentegen bijna 18 procent, na een tegenvallende update van de Britse uitbater van attractieparken.
In Zürich won Credit Suisse ruim 1 procent. De Zwitserse bank is doelwit geworden van een activistische investeerder die aandringt op een opsplitsing van het concern. Volgens bronnen gaat het om hedgefonds RBR Capital, dat wordt geleid door de Zwitser Rudolf Bohli.
De euro was 1,1761 dollar waard, tegen 1,1814 dollar een dag eerder. De prijs van een vat Amerikaanse olie steeg 0,6 procent tot 52,19 dollar. Brentolie kostte ook 0,6 procent meer, op 58,19 dollar per vat.