Museum in Oss brengt vijf vorstinnen in beeld
Emma, Wilhelmina, Juliana, Beatrix en Máxima – hun gezichten staan in het collectieve geheugen gegrift. Museum Jan Cunen in Oss toont vanaf deze maand portretten van de Nederlandse koninginnen.
Vijf kamers, voor elke vorstin één, bevinden zich op de tweede verdieping van het Brabantse kunstmuseum. In die kamers beelden van de bekendste vrouwen uit de Nederlandse geschiedenis. De ene keer op het doek geschilderd met olieverf, een andere keer getekend met pen, potlood of krijt. Dan weer vastgelegd door de lens van een vakkundig fotograaf, dan weer gegoten in bustes en beeldjes van brons of gips.
Kunstenaars hebben prinses Beatrix vastgelegd, soms in de bijzonderste materialen. Zo is haar onmiskenbare profiel te zien in natuursteen. Een ander heeft zich uitgeleefd met zwartgeverfd multiplex. Haar beeltenis hangt er zelfs van sloophout. Tussen de stukken gekleurd hout verwerkte kunstenaar Diederick Kraaijeveld zelfs een deel van een kaasplank. Hij baseerde zijn portret op een foto die werd genomen terwijl de prinses het nationale hockeyteam aanmoedigde tijdens de Olympische Spelen in 1964.
En dat is toch wat anders dan de vele werken die een door de koningin gewenst imago moesten creëren, zoals de informatiebordjes vertellen. Neem de pentekeningen van Marte Röling. Al in die van 1982, toen Beatrix pas twee jaar koningin was, is het beeld dat de koningin van zichzelf wil laten zien volgens de kunstenares „al behoorlijk rond.” Zakelijk en daadkrachtig.
Boetserende barones
Het is bepaald niet toevallig dat de grootste zaal is gewijd aan portretten van prinses Beatrix. Zoals bekend is kunst haar grote hobby. Beatrix beeldhouwt graag. Van haar lerares, Charlotte barones van Pallandt (1898-1997), zijn in Oss maar liefst drie werken te zien: een geboetseerd portret van Emma, een bronzen schetsontwerp voor een standbeeld van Wilhelmina en een borstbeeld van Juliana.
Het monument dat ze maakte van Wilhelmina toont een onverzettelijke en onverschrokken vorstin. In een dikke bontjas staat ze met de schouders naar achteren gebogen, haar armen los langs het brede lichaam. Juliana was wel te spreken over het standbeeld. „Precies mijn moeder”, zei ze bij de onthulling van de stenen sculptuur in 1968 in Rotterdam. Tegenover Paleis Noordeinde in Den Haag kwam bijna twee decennia later een bronzen versie van het ontwerp te staan.
Ook achter de portretbuste van koningin Juliana, die de beeldhouwende barones in 1953 maakte, zit een bijzonder verhaal. De koningin poseerde niet voor Van Pallandt. Dus moest zij het doen met foto’s die de Rijksvoorlichtingsdienst beschikbaar stelde. De opdrachtgever –de Gelderse Provinciale Staten– was erg tevreden met het resultaat. De kunstenares niet. Kort nadat ze haar werk klaar had, nodigde Juliana haar uit op Paleis Soestdijk. Wat bleek? De koningin was heel anders dan Van Pallandt zich had voorgesteld: „Veel mooier, veel interessanter dan al die staatsiefoto’s.” En dus reed ze direct naar huis en maakte ze het échte portret. „In een halfuur tijd! Geen wapperende haren, geen kroon, het haar in een netje en die gevoelige, kwetsbare uitdrukking van ”Wie ben ik dat ik dit mag doen?” Zo menselijk.”
Bordurende Emma
Museum Jan Cunen presenteert de vijf vorstinnen als „powervrouwen.” Ofwel: „Iemand die persoon en professie in zich weet te verenigen, en daarnaast bijvoorbeeld moeder van een gezin is of een vriendin of echtgenote op wie anderen bouwen en vertrouwen.” Naast de Oranjedames zijn er in het pand nog drie andere tentoonstellingen rond de „powervrouw.” Fotografie rond het thema ”Naakte emotie”, waar vrouwen zich soms letterlijk blootgeven. En met ”De pil van Oss!” aandacht voor de uitvinding van de anticonceptiepil.
Ook achter de koninklijke kunst gaan niet altijd even brave verhalen schuil. Het is vooral Beatrix die niet schroomt zich te laten vastleggen door controversiële kunstenaars. Zo werd Herman Gordijn, die graag naakte mannen en prostituees schilderde, in 1982 gevraagd voor een staatsieportret voor de Raad van State. De vrees dat hij Beatrix „lelijk” zou maken, bleek overigens onterecht.
Op het werk van Luc Tuymans uit 2012 klonk wel flinke kritiek: de koningin leek wel een straatjunk, een verlepte diva, een dronken bokser met twee blauwe ogen. En Beatrix zelf? Zij verklaarde dat elk goed kunstwerk nu eenmaal controverses veroorzaakt. Bij de opening van het Stedelijk Museum droeg de koningin dezelfde kleding als op het schilderij, dat daar te bewonderen was. Een teken dat zij het doek wel degelijk waardeerde?
Overigens passeert de bezoeker op de tweede verdieping niet alleen staatsieportretten die tot stand kwamen na een officiële opdracht. Ook vestigen ze niet allemaal de aandacht op koninklijke waardigheid. Zo tekende Jan Veth koningin Emma terwijl zij gebogen zit over een borduurwerkje. En poseert Juliana in 1974 zonder poespas voor een olieverfportret, dat normaal gesproken in het Rijksmuseum hangt. Een foto van Rineke Dijkstra laat een ingetogen koningin Máxima zien. „Een vrouw van vlees en bloed in wie wij onszelf kunnen herkennen”, duidt het tekstbordje.
Nog nat opgehangen
Waar in de eerste vier ruimten slechts één foto te vinden is –de in 2008 door Anton Corbijn gefotografeerde koningin Beatrix– zijn in de Máxima-kamer maar liefst zeven van de twaalf portretten van de hand van een fotograaf. Opvallend is de levensgrote close-up van Erwin Olaf, gemaakt voor de vijftigste verjaardag van koning Willem-Alexander. Op 30 september, de dag van de heropening van het museum, gaf de Rijksvoorlichtingsdienst deze foto vrij, samen met soortgelijke portretten van Máxima’s drie dochters.
Ook andere werken zijn voor eerst voor publiek zichtbaar: het schilderij van Máxima uit de privécollectie van royaltyjournalist Marc van der Linden. Maar ook een portret van de koningin, gemaakt door Roderik van Schaardenburg. „Dat was nog nat toen het werd opgehangen”, vertelt een gastvrouw van het museum. Ze wijst op een druppel aan het doek. „De verf is hier nog uitgelopen.”
Wie meer koninklijks wil zien dan alleen kunst, kan zijn hart ophalen bij de vitrines met Emma’s huismuts, Wilhelmina’s kanten parasol en Juliana’s waaier. En als hoogtepunt de koningsblauwe inhuldigingsjurk van Máxima.
Bij de expositie over de Oranjevorstinnen verscheen een boek met een overzicht van de portretten en bijbehorende verhalen. ”Vrouwen van Oranje” (uitg. Waanders & de Kunst, Zwolle. ISBN 9789462621534) is in de museumwinkel te koop voor 16,95 euro.
”Vrouwen van Oranje” is nog te zien tot 14 januari in Museum Jan Cunen te Oss.
>>museumjancunen.nl