Tilburgse onderzoeker De Groot: „Kerk verdwijnt niet maar krijgt doorstart”
Elke week gaat ergens in Nederland een kerkgebouw dicht. Toch sterft de kerk niet uit, maar gaat vaak in een andere vorm verder. Net zoals een failliet bedrijf een doorstart kan maken, aldus de Tilburgse socioloog en theoloog dr. Kees de Groot.
Hij presenteerde vorige week in Tilburg een boek onder de titel van ”The Liquidation of the Church” (Routhledge, London/New York), een uitgebreide studie naar nieuwe vormen van religie en kerk-zijn in de moderne samenleving. De Groot laat zien hoe religie verandert in een seculiere context, los van de bestaande kerkelijke instituten en tradities.
De titel kan verwarringen oproepen. Letterlijk vertaald betekent zij immers: ”de liquidatie van de kerk”, maar de kerk wordt niet om zeep geholpen, zoals een crimineel „geliquideerd” wordt op straat. Het gaat De Groot om liquidatie in bedrijfseconomische zin. De Groot: „Ik heb mij gericht op de liquidatie van bedrijven, waar bedrijven sluiten en in andere vorm hun liquiditeit voortgezet wordt. Exact datzelfde gebeurt met de kerken. Kerken verdwijnen enerzijds, maar gaan in een heel andere vorm weer verder.”
De Groot verwijst onder meer naar het faillissement van warenhuis V&D, waar sindsdien sommige restaurants van La Place een herstart hebben gekregen. „Kerkgebouwen worden herbestemd en de inboedel zie je terug in café’s. Ik zie dat als tekenen van een breder proces.”
Vloeibaar worden
In de titel van het boek klinkt een metafoor door van filosoof Zygmunt Bauman (1925-2017). Deze beschrijft de hedendaagse verandering van moderne samenlevingen als een overgang van solide moderniteit naar vloeibare moderniteit. De Engelse term ”liquidation” is dan ook te vertalen met vloeibaar worden. Anders gezegd: de kerk wordt steeds ‘vloeibaarder’ en is steeds minder afhankelijk van instituten, van parochies en gemeenten, met hun vaste patronen van lidmaatschap en hun inzet op conformiteit en loyaliteit.
De Groot stelt vast dat het overheersende kerkbegrip in de grootste kerken in Nederland, de Rooms-Katholieke Kerk en de Protestantse Kerk in Nederland, nog steeds gericht is op een ordelijk georganiseerde plaatselijke gemeente. „Je hoort erbij of je hoort er niet bij, en als je erbij hoort, dien je je plaats te kennen, procedures te volgen en je te vervoegen bij de juiste instanties. Katholieke theologie is gesystematiseerd in lijstjes die het onderzoeksinstituut Kaski vervolgens kan gebruiken als checklist voor orthodoxie.”
De Tilburgse theoloog toont het proces van liquidatie aan op het gebied van mediapastoraat, spirituele centra en de geestelijke verzorging – alle drie kerkelijke initiatieven die de wereld opzoeken. „Zodra het solide bouwsel verlaten wordt, is moeilijk in de hand te houden hoe godsdienstigheid wordt vormgegeven.”
Zo komt De Groot tot „een ander verhaal” dan het gebruikelijke verhaal over het einde van het tijdperk waarin God en de kerk nog wat voorstelden in Nederland, of dat einde van de kerk nu wordt betreurd of bejubeld. „Er is niet alleen neergang, er zijn ook bijdragen van christelijke, in het bijzonder kerkelijke, zijde. Het is ook niet zo dat religie iets van de privésfeer is geworden. Ze is juist op allerlei manieren aanwezig in het publieke domein: in de media, de gezondheidszorg, de vrijetijdssector en de wereld van kunst en cultuur.”
Buiten de oevers
Religie treedt als een rivier buiten haar oevers, aldus De Groot. „Het ligt dan voor de hand om dijken op te werpen want kerkopbouwers zien het einde natuurlijk al aankomen: er moet toch een gemeenschap zijn die de winkel draaiende houdt, anders valt er op den duur ook door anderen niet meer te profiteren van die mooie traditie.”
De toekomst ligt voor De Groot open. „Het lijkt me dat we nuchter moeten aanvaarden dat de meerderheidskerken hier als meerderheidskerken aan het uitsterven zijn, en dat we tegelijkertijd moeten zien dat de kerk, getransformeerd, aanwezig is in andere institutionele sferen. Het zou een strategie kunnen zijn om daaraan mee te werken, niet om de kerk vol te krijgen maar vanuit de overtuiging dat je zo God en de wereld het beste kunt dienen.”
Bisschop De Korte heeft tijdens de presentatie van uw boek gezegd dat religie nooit kan zonder dragende stabiele gemeenschappen.
„Dat klinkt inderdaad aannemelijk. Zonder instituties wordt religie niet overgeleverd, maar dat is niet het enige verhaal. Ik neem de cijfers van het Sociaal Cultureel Planbureau en het onderzoek van ”God in Nederland” en de daarin aangetoonde afbrokkeling van de kerken serieus. Maar je moet niet alleen zien op wat verdwijnt, maar ook wat zich nieuw ontwikkelt. Ik denk dat de kerken hier iets mee moeten doen. Als theoloog zie ik in deze ontwikkelingen zelfs een reden om niet zwart-wit over neergang van de kerkelijke instituten te spreken. Ik ben er zelfs door bemoedigd. De Geest werkt kennelijk waar Hij wil en laat Zich niet inkaderen in instituten.”