Oud grafveld onthult rijkdom Brabantse boeren
Een oud grafveld dat in 2014 per toeval werd ontdekt in Uden maakt duidelijk dat boeren die in de zesde eeuw naar het verlaten Brabant trokken veel rijker waren dan gedacht. Archeoloog Fokko Kortlang die de kostbaarheden uit de 29 graven analyseerde heeft dat donderdag gezegd bij de presentatie van de vondsten.
De nederzetting en het grafveld werden drie jaar geleden ontdekt door amateurarcheologen die weigerden te geloven dat er niks was te vinden op de plek van een nieuwbouwwijk. In totaal werden 29 graven gevonden van leden van één boerenfamilie.
De oudste graven van de man en vrouw die als stichters van de nederzetting worden aangewezen dateren uit 550. Het mannengraf bevatte onder andere een zwaard en een lans. De man droeg een gordel met een metalen gesp en hij had een gouden munt in de mond. De vrouw was bijgezet met fraaie, exotische sieraden zoals zilveren mantelspelden. Ze droeg een halsketting met barnstenen, een zilveren ring en een kralen armband. Ook in haar mond werd een gouden munt gevonden.
Projectleider Kortlang gaat ervan uit dat het gaat om ongeveer de oudste kolonisten van het Brabantse zandgebied na de verdwijning van het Romeinse gezag. „Het grafveld toont aan dat we de boerensamenlevingen in die tijd heel anders moeten inschatten. Het waren zeker geen eenvoudige keuterboertjes. Ze droegen in belangrijke mate bij aan de opkomst van de vroegmiddeleeuwse economie.”
Het eerste deel van de gerestaureerde vondsten is vanaf donderdag te zien in het Museum voor Religieuze Kunst in Uden. Volgend jaar willen de archeologen een volledige tentoonstelling wijden aan de ontdekkingen.